Hoofd- en bijfiguren zijn personages in een roman of verhaal.
We maken onderscheid tussen karakters en types.
Het is belangrijk dat je ziet wie/wat de belangrijkste hoofdperso(o)n(en) en bijperso(o)n(en) zijn. Wat zijn hun onderlinge relaties? Wat zijn hun normen en waarden?
Met andere woorden: wat mag volgens hen wel of niet, wat is hun levensovertuiging?
Beschrijf zowel het uiterlijk als innerlijk.
Als een hoofdpersoon niet uitnodigt tot inleven/identificatie spreek je van een antiheld.
Van een karakter kom je veel over zijn/haar gevoelens en gedachten te weten.
Een karakter verandert, maakt een ontwikkeling door.
Types leer je oppervlakkig kennen en vooral het uiterlijk wordt beschreven.
Als de naam van een verhaalfiguur een extra betekenis heeft, spreek je van een speaking name.
Identificatie (je kunnen inleven in de hoofdfiguur) is erg belangrijk voor de spanning in een verhaal.