Aan het eind van een zin schrijf je een punt. Bij afkortingen gebruik je één of meer punten.
|
Als een zin eindigt op een afkorting gebruik je geen tweede punt.
|
Afgekorte bedrijfsnamen met hoofdletters en veelgebruikte woorden krijgen geen punten.
|
Titels en voorletters krijgen wel een punt.
|
Aan het eind van een vraag komt een vraagteken; ook als de zin eindigt op een afkorting.
Een uitroepteken gebruik je na een bevel of waarschuwing of als je aangeeft dat iets geroepen werd.
|