Leestekens - Dubbele punt, puntkomma en aanhalingstekens

Dubbele punt

Na een dubbele punt komt bijvoorbeeld een opsomming of een citaat.

  • Er zijn drie mogelijkheden: rood, wit of blauw.
  • De leraar zei: "Doe je boek open op bladzijde 24."

Puntkomma

In een zin gebruik je een puntkomma als er tussen het deel voor en het deel na de puntkomma een duidelijk verband is en de beide delen volledige zinnen zijn.
Een puntkomma in de zin kun je vervangen door een punt.

  • Van de zomer gaan we naar Zuid-Frankrijk; daar is het altijd lekker warm.


Een puntkomma kan ook gebruikt worden in een opsomming.
Achter het laatste deel van de opsomming komt dan een punt.

  • Neem de volgende spullen mee op vakantie:
    - een slaapzak;
    - een toilettas;
    - regenkleren;
    - een dikke trui.

Aanhalingstekens

Aanhalingstekens gebruik je als je iemands woorden of gedachten precies wilt weergeven.
Ze staan altijd achter een ander leesteken.

  • Jan zei: "Ik laat de hond uit."
  • "Als ik mee doe," zei Hans, "wil ik ook winnen."
  • Er staat "Verboden toegang" op het bordje.