Hoofdletters - 1

​Een zin begint met een hoofdletter.

  • Vandaag is de school gesloten.

 

Als een zin niet begint met een letter, kun je de zin niet beginnen met een hoofdletter.
Soms wordt dan de eerste letter van het volgende woord met een hoofdletter geschreven.

  • 's Middags doet mijn vader altijd een dutje.
  • 't Is me gelukt!

 

Als een zin met een cijfer of symbool begint, krijg je géén hoofdletter.

  • 55 leerlingen gingen mee naar Praag.
  • % is het teken voor procent.

 

Een dubbele punt staat voor een zin die iemand gaat zeggen (de directe rede).
De zin erachter begint met een hoofdletter.

  • Ik zei: "Ik wil van de zomer niet naar Barcelona".

 

Na een dubbele punt komt een nieuwe hoofdletter als na de dubbele punt een citaat volgt.

  • Ze vond het fijn dat ik kwam en zei: "Kom binnen. Wat wil je drinken?"

 

Ook komt er een hoofdletter als er een opsomming volgt van volledige zinnen.

  • Toch zijn er nog veel vragen: Wat gaan we maken? Hoe gaan we dat aanpakken?
    En vooral: Wie gaat ermee aan de slag?

 

Na een uitleg of verklaring, gebruik je géén hoofdletter.

  • Ik wil van de zomer niet naar Barcelona: het is me daar te warm.
  • Eén ding stond vast: dit doen we niet nog een keer.