Inversie

In een normale zin komt de persoonsvorm na het onderwerp.
Als je in een zin de volgorde van onderwerp en persoonsvorm omdraait, spreek je van inversie.

Je mag inversie alleen gebruiken:

Fout zijn zinnen als:

Als twee hoofdzinnen aan elkaar gekoppeld zijn met en, want of maar en in de tweede hoofdzin foutieve inversie wordt toegepast, spreken we van de 'tantebetjestijl'.

Zinnen met foutieve inversie verbeter je door persoonsvorm en onderwerp om te draaien of door een zindeel voor persoonsvorm te zetten.

Je mag zinnen inversie ook toepassen bij samentrekking van zinnen.
Voorbeeld (niet samengetrokken): Vervolgens verliet hij het station en reed hij naar huis.
Correcte inversie samentrekking: Vervolgens verliet hij het station en reed naar huis.