Als je twee woorden of uitdrukkingen ten onrechte vermengt, spreek je van een contaminatie.
Voorbeelden
Deze computer kost duur (kost veel of is duur).
Ik zal dat nachecken (nakijken of checken).
Hij kreeg ongenadeloos op zijn kop. (ongenadig of genadeloos)
Hij neemt in de klas altijd het hoogste woord (heeft het hoogste woord of het woord nemen).
Aan het eind van de partij legde hij het laatste loodje (het loodje leggen of de laatste loodjes wegen het zwaarst).
Je mag verwachten dat ze een voorbeeldfunctie geven (een voorbeeld geven of een voorbeeldfunctie hebben).
Dubbele ontkenning
Dubbele ontkenningen komen vaak voor in de spreektaal en dan hebben ze een versterkende functie (voorbeeld 1 en 3). Dit gebruik wordt echter afgeraden.
In zinnen met ‘ontkennende’ werkwoorden (voorbeeld 2) wordt soms ten onrechte een tweede ontkenning toegevoegd.
Wij hebben nooitgeen problemen (nooit of geen).
De schoolleiding wil voorkomen dat er geen introducees op het feest komen (voorkomen of geen).