Een bijstelling is een bijvoeglijke bepaling die bestaat uit een zelfstandig naamwoord dat onmiddellijk (dat wil zeggen zonder verbindingswoord, bijvoorbeeld een voorzetsel) volgt op een ander zelfstandig naamwoord. In een bijstelling staat nooit een werkwoord.
Een bijstelling midden in de zin staat vrijwel altijd achter een komma of tussen twee komma’s.
Voorbeelden
Het onderzoek werd geleid door de heer Pietersen, een deskundige op het gebied van armoedebestrijding.
een deskundige op het gebied van armoedebestrijding = bijstellling
De heer Lubbers, de toenmalige minister-president, kon zich van dat voorval niets herinneren.
de toenmalige minister-president = bijstelling
Het zinsdeel waarin een bijstelling staat, bestaat uit twee delen.
Met de twee delen wordt hetzelfde bedoeld en ze kunnen meestal van plaats wisselen.
Voorbeeld
Amsterdam, de hoofdstad van Nederland, is druk bezig met de organisatie van het feest.
De hoofdstad van Nederland, Amsterdam, is druk bezig met de organisatie van het feest.
In de eerste zin is 'de hoofdstad van Nederland' bijstelling bij 'Amsterdam'.