Koopkracht en inflatie
Bij een stijging van het salaris denken veel mensen dat ze hierdoor meer producten kunnen kopen. Dit is lang niet altijd zo. Of je met deze loonsverhoging ook daadwerkelijk meer kunt kopen is namelijk ook afhankelijk van het prijspeil.
Bestudeer uit de Kennisbank economie het volgende onderdeel, en bekijk daarna het filmpje.
Bekijk ook het volgende filmpje op de website van SchoolTV.

1. Wat verstaan we onder koopkracht?
2. Het salaris van meneer de Wit is met 3% gestegen. Zijn vrouw rekent zich al rijk en bedenkt zich wat ze met deze salarisverhoging zal gaan kopen. Leg uit dat mevrouw de Wit te hard van stapel loopt.
3. Inflatie is een algemene stijging van de prijzen. Leg uit dat het gevolg hiervan is dat geld minder waard wordt.
4. We onderscheiden twee verschillende oorzaken van inflatie. Noem beide oorzaken en leg deze uit.
5. Niet altijd wordt een stijging van kosten doorberekend in de verkoopprijs. Leg uit waarom een ondernemer een kostenstijging niet doorberekend in de verkoopprijs.
6. Naast de oorzaken van inflatie die in de theorie worden genoemd zijn er nog meer oorzaken te bedenken. Wat kan nog meer een oorzaak zijn van een prijsstijging. (zoek het eventueel op).
7. Deflatie is het dalen van de prijzen. Dit wordt door economen erg bevonden dan inflatie. Leg uit waarom deflatie slechter is voor de economie dan inflatie.