Wat ga je leren?
Leerdoelen
Aan het eind van dit thema kun je:
Licht
- (met behulp van een voorbeeld) duidelijk maken wat het verschil is tussen een natuurlijke lichtbron en een kunstmatige lichtbron.
- omschrijven waardoor er schaduw ontstaat.
- uitleggen waarom er dag en nacht is en waarom het bij ons 's zomers langer licht is dan 's winters.
- (met behulp van voorbeelden) duidelijk maken dat sommige straling onzichtbaar is.
- de oorzaak van de breking van licht noemen en aangeven hoe licht breekt als het van de ene stof naar een andere stof gaat.
Lichtkleuren
- uitleggen hoe we weten dat wit licht een mengsel van kleuren is.
- de primaire lichtkleuren noemen en kun je uitleggen hoe de zichtbare kleuren worden gemaakt.
- omschrijven wat wordt bedoeld met kleurenblindheid.
Lenzen en spiegels
- omschrijven wat het verschil is tussen bolle (positieve) lenzen en holle (negatieve) lenzen.
- uitleggen wat het verschil is tussen een convergerende en divergerende lichtbundel.
- de begrippen voorwerpafstand en beeldafstand in een tekening aangeven en kun je de vergroting (of verkleining) uitrekenen.
- de werking van je oog omschrijven; je maakt gebruik van het woord accommoderen.
- het verschil tussen verziend en bijziend uitleggen.
- de spiegelwet uitleggen.
Geluid
- voorbeelden geven van geluidsbronnen.
- de functie van een oscilloscoop omschrijven.
- de begrippen golflengte, uitwijking (amplitude), frequentie en trillingstijd omschrijven.
- de werking van een microfoon en luidspreker omschrijven.
- de manier waarop snaarinstrumenten, blaasinstrumenten en slaginstrumenten geluid voortbrengen omschrijven.
Geluidshinder
- aangeven welke maat wordt gebruikt voor het meten van geluid.
- aangeven welk geluidsniveau nog als een veilig geluid wordt gezien.
- (met behulp van voorbeelden) duidelijk maken wat het verschil is tussen duurzame en niet-duurzame maatregelen tegen geluidsoverlast.
- aangeven met hoeveel decibel de geluidssterkte toeneemt als er sprake is van een verdubbeling van de geluidssterkte.