Wat ga ik leren?
Leerdoelen
Aan het eind van dit thema kan ik:
Het weer
- de volgende kenmerken van het weer omschrijven: temperatuur, neerslag, luchtdruk en wind.
- de apparaten noemen waarmee ik de kenmerken van het weer kan meten en van ieder kenmerk de eenheid noemen.
- minimaal vier verschijningsvormen van neerslag omschrijven.
- het verschijnsel onweer omschrijven.
Zonnestelsel
- het zonnestselsel omschrijven. Ik gebruik de woorden maan, zon, hemellichamen, planeten, sterrenstelsel en melkweg.
- de begrippen omlooptijd en omwentelingstijd beschrijven.
- de bouw van de aarde omschrijven.
- de begrippen atmosfeer, zwaartekracht en ozonlaag omschrijven.
- uitleggen waarom er dag en nacht en zomer en winter is.
- aangeven wanneer ik spreek van volle maan, wassende maan, afnemende maan en nieuwe maan.
- omschrijven waarom het elke dag twee keer eb en twee keer vloed is.
- omschrijven wat wordt bedoeld met een maansverduistering en wat met een zonsverduistering.