Een argumentatieschema geeft het verband aan tussen een standpunt en een argument.
We kennen de volgende argumentatieschema's:
De schrijver of spreker gaat ervan uit dat de gebeurtenis een bepaald gevolg zal hebben.
Hij wijst op een of meer gevolgen om waarschijnlijkheid te onderbouwen.
Voorbeeld: - Overgewicht wordt vooral veroorzaakt door te weinig beweging (oorzaak en argument). - Wij verkopen daarom in de kantine alleen nog maar gezonde voeding (gevolg en standpunt). |
De schrijver of spreker maakt een vergelijking tussen twee situaties; op grond van wat in de ene situatie (on)waarschijnlijk of (on)gepast is, onderbouwt hij een standpunt over wat in de andere situatie (on)waarschijnlijk of (on)gepast is.
Voorbeeld: We gaan weer naar hotel Bethlehem in Maastricht. De vorige keer was het daar ook goed. |