Rijm en metrum - 7

Metrum

In taaluitingen zit ritme. Ritme komt tot stand door afwisseling van meer of minder beklemtoonde lettergrepen. Als dat ritme een bepaalde regelmaat heeft, spreekt men van metrum.
Regelmaat kun je aangeven met ‘versvoeten’. Versvoeten zet je tussen staande streepjes (je noemt dit scanderen).
Beklemtoonde lettergrepen (sterk) krijgen het teken: en de minder beklemtoonde (zwak): .

Aan het eind van een versregel kan een (meestal minder beklemtoonde) lettergreep wegvallen of bijgevoegd worden. In moderne poëzie en met name in het vrije vers kom je bijna geen metrum tegen. Daarin tref je vaak wel ritme aan. Woorden en klanken krijgen dan accenten.

De meest voorkomende soorten metrum zijn: