Persoonsvorm - 3

Opmerking 1
Bij zwakke werkwoorden als verven en verbazen verandert de v en z aan het eind van de stam in een f of een s:
ik verf, ik verbaas.

In de verleden tijd krijgen ze echter de(n):
k verfde, ik verbaasde, omdat in het hele werkwoord een z of een v staan.
 

Opmerking 2
Niet alle werkwoorden zijn op bovenstaande manier te vervoegen.
Het Nederlands kent een aantal onregelmatige werkwoorden: hebben, kunnen, mogen, willen, zijn en zullen.