Woorden op -ie of -ee
Je schrijft -ën erbij als de klemtoon op de ie of ee valt.
Voorbeelden:
Je schrijft -n en een trema erbij als de klemtoon er niet op valt.
Voorbeelden:
Woorden op -f of -s
De f wordt meestal een v en de s vaak een z.
Voorbeelden:
Maar: fotograaf/fotografen, paraaf/parafen en kaars/kaarsen!
Let op!
Sommige woorden hebben (ook) een Latijns meervoud.
Voorbeelden: