Tijd - 1

Een schrijver speelt met de tijd om het verhaal spannend te maken.
Worden de gebeurtenissen in de volgorde verteld waarin ze zich hebben afgespeeld dan noem je het een chronologisch verhaal. Maar als de tijd niet volgens de klok verloopt, is het verhaal niet-chronologisch.

Als je de belangrijkste gebeurtenissen kort, zakelijk en chronologisch weergeeft, noem je dat de fabel (ook wel story genoemd).
Het sujet is een korte weergave van het verhaal in de volgorde (wel of niet chronologisch) zoals de schrijver dat heeft opgeschreven. Als een verhaal chronologisch is geschreven zijn fabel en sujet hetzelfde.

Een flashback onderbreekt de chronologie van een verhaal en is een terugblik in het verleden.
Flashbacks worden gebruikt om informatie over het verleden te geven en maken het heden zo begrijpelijker. Een flashback kan ook laten zien dat een persoon niet los kan komen van het verleden of dat een personage in de war is en heden en verleden door elkaar haalt.
Een flashforward verwijst naar iets wat nog te gebeuren staat. Flashbacks en flashforwards zorgen voor afwisseling en geven de lezer informatie die hij nodig heeft om het vervolg van het verhaal beter te begrijpen.