Een schrijver bepaalt door wiens ogen je de gebeurtenissen meemaakt.
Hij laat ons de gebeurtenissen vanuit een bepaalde gezichtshoek meebeleven. We noemen de gezichtshoek ook wel het perspectief. De verteller door wiens ogen we het verhaal beleven, hoeft niet dezelfde te zijn als de schrijver.
We onderscheiden de volgende perspectieven:
Voorbeelden van boeken met een meervoudig perspectief zijn: De kroongetuige van Maarten 't Hart en Omtrent Deedee en De Metsiers van Hugo Claus.