1. | Stel de strijkplank op de juiste hoogte in. De juiste hoogte is heuphoogte. |
2. | Bekijk het wassymbool op het label van de kleding die je wilt strijken. Zoals je hebt geleerd geven de stippen op de afbeelding van het strijkijzer aan hoe heet het gestreken mag worden. |
3. |
Steek de stekker in het stopcontact. |
4. | Stel de goede stand in op het strijkijzer |
5. |
Pak het kledingstuk dat je wilt strijken: T-shirts: leg de mouw dubbel op de strijkplank, trek de mouw glad en strijk de mouw. Keer om en strijk de mouw aan de andere kant. Vervolgens strijk je de andere mouw op dezelfde manier. Trek hierna het T-shirt over de punt van de plank, zodat de bovenkant op de plank ligt en de onderkant eronder hangt. Strijk steeds een vlak van het T-shirt, door het steeds over de plank te verschuiven, totdat je helemaal rond bent. Overhemden en blouses: overhemden zijn de lastigste kledingstukken om te strijken. Begin met het strijken van het boord, eerst aan de binnenkant, daarna de buitenkant. Voor de mouwen kun je eventueel een mouwplankje gebruiken. Je trekt dan de mouw van het overhemd over het mouwplankje heen en strijkt de gehele mouw door deze steeds over het plankje te verschuiven. Zonder mouwplankje leg je de mouw dubbel over de strijkplank. Strijk eerst de kant waar de knoop zit en vervolgens de andere kant. Na de mouwen strijk je eerst het rechter voorpand, daarna de achterkant, dan het linkervoorpand. Als laatste strijk je het rugstuk bovenaan. Broeken: spijkerbroeken en casual broeken leg je recht op de plank, de voorkant naar boven. Vooral géén vouw strijken. Vervolgens strijk je de voorkant, draait de broek om en strijkt de achterkant. Pantalons: pantalons leg je dubbel op de zijkant, zodat je er een vouw in kunt strijken. Deze broeken kun je het beste strijken onder een licht vochtige theedoek. De stof blijft dan mooi en gaat niet glimmen. Strijk elke kant van de twee pijpen. Voor het bovenstuk trek je de pantalon met de bovenkant over de punt van de strijkplank. Op die manier kun je de plooien goed strijken. Rokken: trek rokken over de strijkplank heen, nadat je een vlak hebt gestreken draai je rond voor het volgende stuk, totdat de hele rok gestreken is. Jurken: strijk eerst de bovenkant, daarna de rok op dezelfde wijze als beschreven bij de rokken |
6. | Zet het strijkijzer uit en zet deze terug op de plek waar die hoort, op de achterkant van de strijkplank |
7. | Vouw het kleding stuk op, zoals je in de filmpjes ziet |
8. |
|
In onderstaande link vinden jullie de instructiehandleiding voor het opvouwen van de was: