Controleer de antwoorden

1.
a. Waar
b. Waar
c. Waar
d. Niet waar

2
a. planeconomie
b. markteconomie
c. markteconomie
d. planeconomie
e. markteconomie
f. planeconomie

3.
Micha denkt dat in een land met een planeconomie het aantal ambtenaren juist groter is dan in een markteconomie.
Micha heeft gelijk. In een planeconomie is de invloed van de overheid zeer groot, hier voor zijn veel ambtenaren nodig.

 

4.  
De meeste westerse samenlevingen kennen een vorm van gemengde economie met de nadruk op de vrijemarkt.
Dit geldt ook voor Nederland.