Vragende voornaamwoorden zijn woorden die worden gebruikt bij het stellen van vragen. Er wordt bij deze woorden alleen verwezen naar personen en voorwerpen.
Veel voorkomende vragende voornaamwoorden zijn: wie, wat, welk(e), wat voor (een), wiens.
Wie komen er vanavond allemaal mee-eten?
Wat is het plan vanmiddag?
Welke broek zal ik vanavond aantrekken?
Wat voor boek heb je daar in je handen?
Kan jij mij vertellen wiens idee dit is geweest?
Let op! Er zijn ook veel woorden waarvan je zou denken dat ze vragende voornaamwoorden zijn, maar dat zijn het dan niet. Voorbeelden hiervan zijn: hoe, wanneer, waarom, waar. Deze woorden verwijzen niet naar personen of voorwerpen, maar naar plaatsen, tijden et cetera.
Ook staan werkwoorden regelmatig aan het begin van vraagzinnen, dan heb je dus te maken met een werkwoord en niet met een vragen voornaamwoord. Voorbeelden hiervan zijn:
Kan jij mij even helpen?
Weet je waar mijn sleutel is?
Opdracht 2
Maak onderstaande oefening over vragende voornaamwoorden.
Extra oefeningen voor het vragend voornaamwoord vind je hier:
http://www.berktekst.nl/grammatica/grammatica-woordsoorten/623-2/vragend-voornaamwoord-01/
http://www.berktekst.nl/grammatica/grammatica-woordsoorten/623-2/vragend-voornaamwoord-02/