te / de of ten / den?
Bij enkelvoud gebruik je alleen te en de.
Bij meervoud gebruik je ten en den , dat ben je als het goed is wel gewend. Lees de zin altijd helemaal om erachter te komen of je met enkelvoud of met meervoud te maken hebt!
Valse F en valse S
Er zijn woorden die een valse f of een valse s bevatten. Voorbeelden hiervan zijn woorden als:
beloven, geloven, verhuizen, verbazen, niezen, hoeven etc.
Deze woorden hebben in het hele werkwoord een v of een z, zoals je kan zien. Alleen in de stam van deze werkwoorden verandert die v in een f en die z verandert in een s. Dit noemen we valse letters.
In eerste instantie zou je dus zeggen dat je beloof in de verleden tijd met -te zou schrijven, maar omdat je te maken hebt met een valse f, komt er geen -te, maar juist -de achter!
De v en de z zitten namelijk niet in 't exkofschip, dus moet er -de(n) worden gebruikt.
Klinkers tellen niet mee in 't exkofschip
Opdracht 5
Maak onderstaande oefening.