1.4 Lijdend voorwerp

Het lijdend voorwerp ondergaat de handeling van het werkwoordelijk gezegde.
Je kunt het lijdend voorwerp vinden door de volgende vraag te stellen: wie of wat + gezegde + onderwerp?

Bijvoorbeeld in de zin:

Lieke geeft de pop aan haar nichtje.

In deze zin is het werkwoordelijk gezegde: geeft
Het onderwerp is: Lieke

De vraag om het lijdend voorwerp te vinden is dan: wie of wat geeft Lieke?
Het antwoord op die vraag is: de pop. Het lijdend voorwerp is dus: de pop.

Niet elke zin heeft een lijdend voorwerp. Wanneer de vraag niet beantwoord kan worden, staat er geen lijdend voorwerp in de zin.

 

Opdracht 5
Maak onderstaande oefening. Lees eerst de introductie van de opdracht goed door.