1.6 Bijwoordelijke bepaling

Een bijwoordelijk bepaling is een zinsdeel dat vaak antwoord geeft op vragen als; waarom, hoelang, wanneer, waarheen, waarvandaan, hoe, waarmee? etc.

De zinsdelen die overblijven na het ontleden tot en met meewerkend voorwerp, zijn bijwoordelijke bepalingen.
Het kan dus voorkomen dat een zin meerdere bijwoordelijke bepalingen heeft. Het kan ook zijn dat een zin niet over bijwoordelijke beschikt.

Bijvoorbeeld in de zin:

Johan koopt elk jaar sokken voor zijn broertje.

De persoonsvorm in deze zin is: koopt
Het werkwoordelijk gezegde is: koopt
Het onderwerp is: Johan
Het lijdend voorwerp is: sokken
Het meewerkend voorwerp is: voor zijn broertje

In deze zin houd je het zinsdeel elk jaar over en dat is dus een bijwoordelijke bepaling.

Let op!
1. Je kan bijwoordelijke bepalingen soms indelen op tijd en plaats. Dan noem je het een bijwoordelijke bepaling van tijd of plaats. De zin hierboven is daar een voorbeeld van. Elk jaar heeft met tijd te maken, dus is dat een bijwoordelijke bepaling van tijd.

2. Sommige bijwoordelijke bepalingen zijn niet zo duidelijk aangegeven als wanneer je antwoord kan geven op bovenstaande vragen. Woorden als: ook, niet, geen, wel kunnen ook bijwoordelijke bepalingen zijn. Hier kom je achter door de zin eerst helemaal te ontleden en dan te kijken welke woorden / zinsdelen er over blijven.

 

Opdracht 7
Maak onderstaande oefening. Lees eerst de introductie zorgvuldig door!

Ben je klaar? Ga dan door naar extra en kies daar zelf welke opdracht(en) je gaat maken.