Keuzeopdrachten:
Opdracht A
Het kunnen ontleden van zinnen is erg belangrijk bij het leren van een vreemde taal!
Bij deze keuzeopdracht kan je ontdekken hoe goed jij al kunt ontleden, zelfs als het om zinnen gaat die jij niet begrijpt!
Bijvoorbeeld de zin: De muffel wopte de makel met een dibbel.
De persoonsvorm in deze zin is: wopte
Het werkwoordelijk gezegde is ook: wopte
Het onderwerp in deze zin is: de muffel
Het lijdend voorwerp is: de makel
Meewerkend voorwerp is er niet.
De bijwoordelijke bepaling is: met een dibbel (je kan de vraag stellen: waarmee?)
De opdracht: Ontleed de volgende onzin zinnen in je schrift. Houd bovenstaande volgorde aan!
1. De wimiel dafte het dirpel in Gymper.
2. Zigav bapten voor migutel een greute maffel.
3. De Peupers bloeken een koepe nise gebliekt.
Opdracht B
Maak met vier andere klasgenoten een groepje van vijf. Bereid elk een korte presentatie voor over één onderdeel van zinsontleden.
Verdeel de volgende onderdelen:
1. werkwoordelijk gezegde
2. onderwerp
3. lijdend voorwerp
4. meewerkend voorwerp
5. bijwoordelijke bepaling
Jullie krijgen elk 5 tot 10 minuten om je eigen onderdeel voor te bereiden. Denk daarbij aan: uitleg hoe je het vindt, wat het precies is, voorbeeldjes zoeken, informatie zoeken etc.
Je mag het internet gebruiken in je voorbereiding.
Als iedereen zich heeft voorbereid gaan jullie (in de juiste volgorde) elk je presentatie geven. De presentatie moet minimaal 1 minuut duren en hij mag niet langer dan 2 minuten zijn. Wees dus kort en bondig!
Vertel elkaar in je eigen woorden wat jouw onderdeel inhoudt!
Opdracht C
Je mag naar www.cambiumned.nl ► grammatica ► zinsdelen en kies dan de onderdelen die je bekend zijn.