Wat weten we uit onderzoek over leermiddelen en ict-middelen in het nieuwkomeronderwijs? We laten je een korte inventarisatie met beschikbaar digitaal leermateriaal voor nieuwkomers zien. En, omdat het aanbod van digitaal leermateriaal NT2 beperkt is, leggen we uit hoe je zelfstandig materiaal kunt maken en delen.
Wat zijn effectieve methoden om geïmmigreerde kinderen in het basisonderwijs Nederlands te leren? En welke ict-middelen kunnen daaraan bijdragen? Deze vragen zijn zeer relevant en heeft de Kennisrotonde recent beantwoord. Dit zijn de direct bruikbare tips die uit het verkorte antwoord volgen:
Wanneer leerlingen Nederlands als tweede taal leren, is het belangrijk dat leraren en ouders de opbouw van woordenschat in zowel de eerste als in de tweede taal maximaal ondersteunen.
Geanimeerde prentenboeken en digitale taalspelletjes zijn vormen van multimedia waarvan onderzoekers effecten hebben gevonden op de ontwikkeling van lees- en taalvaardigheden van NT2-leerlingen.
Belangrijke criteria bij het kiezen van een digitaal leermiddel voor een NT2-leerling zijn de motiverende werking en de kwaliteit van het programma en de inhoudelijke aansluiting tussen verschillende informatiebronnen (verbale en non-verbale elementen).
Digitale leermiddelen hebben het meest effect als leerlingen er meerdere keren mee werken en als een leraar of een andere volwassene het gebruik ervan monitort.
Beperk het gebruik van programma’s met veel interactieve opties voor NT2-leerlingen zoveel mogelijk.
De Kennisrotonde verwijst in haar onderzoek ook naar de ‘Handreiking effectieve digitale leermiddelen voor taal en Nederlands voor het primair en voortgezet onderwijs’. Hierin staat een uitgebreide lijst met toepassingen waarvan de effectiviteit door onderzoek is onderbouwd.
Op de volgende websites kun je digitaal leermateriaal vinden:
Op de LOWAN website staat een overzicht van veelgebruikte applicaties die op de tablets uit de pilot staan en getest worden.
Daarnaast staat bij LOWAN een overzicht van lesmateriaal geschikt voor NT2-onderwijs. Hier kun je echter (nog) niet filteren op digitaal materiaal of materiaal ‘geschikt voor tabletonderwijs’.
Op wikiwijs kun je zoeken op lesmateriaal voor Nederlands als tweede taal (onder meer zoekopties - Vakgebied - Nederlands als tweede taal).
Op Leefenleer.nl kun je digitaal leermateriaal vinden, waarbij veel verwezen wordt naar oefenen.nl.
Er zijn daarnaast ook veel apps beschikbaar die digitale werkvormen mogelijk maken die los staan van de taligheid van educatieve content en die kansen bieden op het gebied van digitale didactiek. Denk aan toepassingen voor het maken van quizzes, het toevoegen van content bij video’s of het maken van mindmaps:
Kleppendicht is een geschikte bron van toepassingen in het kader van digitale didactiek.
Kennisnet geeft een overzicht van 125 apps en websites voor op de basisschool.
Kickstarters over digitale tools die leraren op weg helpen vind je op Leerling2020 (filter op Tag: Kickstarter).
Ter inspiratie is met een aantal experts in digitale didactiek een inventarisatie gedaan van apps en lesideeën die interessant kunnen zijn voor tabletonderwijs voor nieuwkomers.
Omdat veel digitale leermiddelen talig zijn, is er nog onvoldoende aanbod van geschikt materiaal. Dit kun je opvangen door beschikbaar materiaal en lesideeën zoveel mogelijk te delen of desnoods zelf te ontwikkelen. Er bestaan diverse gratis en betaalde omgevingen specifiek voor het maken en delen van digitaal leermateriaal. Bijvoorbeeld:
Wikiwijs maken: gratis en open omgeving om leermateriaal te maken en te delen.
Gynzy software om zelf interactieve niet-talige digibord lessen maken.
EduApp voor het delen van apps en lesideeën.
ZuluBook is een tool om content en leerlijnen te maken of verrijken. Deze kan de contenteigenaar eventueel vermarkten.
Symbaloo voor het maken en delen van lesplannen.
Let bij het zelf maken en delen van materiaal wel op auteursrechten. In de online brochure Auteursrecht en internet wordt duidelijk gemaakt wat je wel en niet mag doen.
Vertel een prentenboek en laat je leerlingen er tekeningen bij maken. Film de leerlingen voor een groene wand (greenscreen) en laat ze het verhaal vertellen. De tekeningen kun je als achtergrond gebruiken: