Het werkwoordelijk gezegde bevat alle werkwoorden in de zin, waarvan één werkwoord de persoonsvorm is. Als er maar één werkwoord is. zijn de pv en het wg gelijk.
Voorbeeld: Morgen gaan Sanne en Quinty winkelen.
wg wg
1. Onderstreep de pv
2. Zet wg onder de pv en de andere werkwoorden als die er zijn
Voor extra oefenmateriaal kan je op deze pagina terecht.