Theorie: zinsdelen

Om alle zinsdelen te kunnen vinden en benoemen, zet je zinsdeelstrepen. Deze strepen verdelen de zin in delen. Een zinsdeel kan uit één woord bestaan, maar ook uit twee of meer woorden.

Als een stukje van de zin voor de persoonsvorm kan staan, is het een zinsdeel.

Zo ga je te werk:

1

Zet een streep onder de pv

Sanne en Quinty hebben een cadeau gekocht.

2

Zet de pv tussen zinsdeelstrepen. Alles wat vóór de pv staat, is altijd één zinsdeel. Daar hoef je dus geen strepen meet te zetten

|Sanne en Quinty| hebben |een cadeau gekocht.|

3

Verander de woordvolgorde van de zin. Alles wat nu voor de pv staat, is weer een zinsdeel

|Een cadeau | hebben | Sanne en Quinty | gekocht.|

4

Ga hiermee door tot je alle zinsdelen hebt gevonden.