Wat je al moet weten

Je moet weten dat de passé composé de voltooide tijd is. Dit betekent dat dit in het verleden al is afgerond. Een voorbeeld is: Ik heb gegeten. In het Frans: J'ai mangé.

Je moet weten dat de voltooide tijd uit twee delen bestaat. Namelijk het hulpwerkwoord en het voltooid deelwoord. Het hulpwerkwoord is het werkwoord hebben. Dit werkwoord moet je kunnen vervoegen. Als ik namelijk van ik heb, wij hebben maak, dan verandert de vorm van het werkwoord. Het voltooid deelwoord blijft hetzelfde. Ik heb gegeten, wij hebben gegeten.

 

Je gaat nu oefenen met het hulpwerkwoord avoir.

Oefening 1: Avoir vervoegen.