Opgaven

Bereken de onderstaande opgaven.

Schrijf de uitwerkingen in je schrift, MET BEREKENING!!!

(Rond euro's af op 2 decimalen, procenten op 1 decimaal en mensen afronden op een heel getal)

1. Hoeveel is 8% van €500,-?

2. Je hebt €850,- op je spaarrekening. Je haalt er €300,- af. Hoeveel procent haal je van je spaarrekening af?

3. De prijs van een liter diesel was €1,12. Nu is de prijs €1,21. Hoeveel procent is de prijs toegenomen?

4. Hoeveel is 87% van 2.800.500 inwoners?

5. Een bakker verkocht vorige week 420 broden. Deze week verkoopt hij 510 broden. Met hoeveel procent is het aantal verkochte broden gestegen?

6. Hoeveel is 36% van €499,50?

7. De totale uitgaven van een gezin zijn €525,- per week. Hiervan gaat €215,- op aan hun huis. Hoeveel procent van de uitgaven wordt uitgegeven aan het huis?

8. Je zakgeld was €6,50 per week. Nu krijg je €26,- per maand. Met hoeveel procent is je zakgeld gedaald of gestegen?