Hans is helemaal in zijn nopjes met zijn 'begroting'.
Ik hou zelfs geld over, dan kan ik dus gerust meer uitgeven.
Vol enthousiasme laat hij zijn moeder zijn begroting zien.
Hans: "kijk eens mam, ik heb mijn eigen begroting gemaakt. En moet je eens zien hoeveel geld ik overhoud!"
Moeder: "Dat ziet er goed uit hans. Maar ik ben bang dat jij jezelf rijk rekent. Jij wilt toch graag een scooter kopen?"
Hans: "Ja maar dat is pas over zes maanden, en ik zou van jullie een bijdrage van €150 krijgen. Tenminste... als ik mijn goede cijfers weet te behouden. Maar daar ga ik wel van uit!"
Moeder: "Hoeveel moet je dan zelf nog voor die scooter betalen?"
Hans: "De scooter kost 750 euro, met jullie bijdrage betaal ik zelf 600 euro."
Moeder: "Oke en hoeveel moet je dan nu reserveren per maand om straks die scooter te kunnen betalen?"
Hans: "Mam! Ik kan heus wel rekenen!"
Moeder: "Nou kom op, ik wil het horen".
Hans: "Hondert euro per maand"
Moeder: "Ja precies, en dat bedrag moet je wel meenemen in je begroting. Je moet aan de kant van de uitgaven nog een kopje reserveringsuitgaven maken"
E. Werk de begroting van Hans bij.