Stap 1: De brief is op de juiste manier ingedeeld:
Noteer links boven aan de pagina onder elkaar:
- jouw adres
- plaats gevolgd door een komma en de datum voluit (Amsterdam, 2 augustus 2018)
- adres van de persoon of het bedrijf aan wie je de brief schrijft
- onderwerp in twee of drie woorden ingeleid met ‘Betreft:’ let op, na ‘Betreft’ begin je met een kleine letter, tenzij het eerste woord volgens de spelling een hoofdletter krijgt:
(Betreft: aanmelding vrijwilliger personeelsvereniging)
(Betreft: Peters verjaardag)
Stap 2: Scheid alle onderdelen door witregels.
Als je de achternaam weet, schrijf je die ook op. (Dit deel heet 'de aanhef'.)
(bijv. Geachte mevrouw Hendriks, of Beste meneer Klein, of Beste mevrouw/heer,)
Stap 3: Schrijf een inleiding, een kern en een slot.
Hierin maak je duidelijk waarom je de brief schrijft.
Hierin schrijf je je verhaal. Je probeert hier je schrijfdoel te bereiken.
Als je meerdere onderwerpen beschrijft, krijgt ieder onderwerp een eigen alinea.
Tussen iedere alinea plaats je een witregel.
Hierin bedank je je lezer of je spreekt een wens uit.
(bijv. Bij voorbaat dank voor uw reactie.)
Stap 4: Sluit je brief af met:
Noteer onder de groet je handtekening en daaronder je voor- en achternaam.
Let op: als je de brief digitaal verstuurt, hoef je geen handtekening te noteren.
Stap 5: Plaats witregels tussen alle onderdelen. Dus tussen:
Stap 6: Zorg dat je brief verzorgd en duidelijk is.