Als het moestuinplan gemaakt is, moet je de grond bewerken. Hiervoor is goed gereedschap nodig.
De kruiwagen |
De kruiwagen gebruik je om aarde, mest of compost te vervoeren. |
De riek |
De mestriek heeft vier ronde tanden en dient voor het scheppen van mest en compost. De spitriek heeft vier platte tanden en gebruik je om te spitten en bij het rooien van aardappelen. |
De hark |
Met de hark maak je de grote kale plekken in de tuin vlak en verklein je de aardkluiten. |
Het plantschopje |
Met het schopje maak je kuiltjes om plantjes in de grond te steken. |
De gieter |
Als de grond heel droog is, geef je de zaadjes en plantjes een beetje water. Zaadjes zullen beter kiemen, de plantjes zullen beter groeien. |
Het plantkoord |
Dit is nuttig voor het zaaien of het planten in rechte lijnen. |
De schoffel |
Om plantjes die je niet wilt weg te houden, moet je regelmatig wieden en schoffelen. De schoffel gebruik je om onkruid te verwijderen dat tussen de rijen groenten groeit. Je schuift de schoffel heen en weer over de grond om zo de allerkleinste kiemplantjes te vernietigen. |
De schop |
De schop dient om grond te verplaatsen. |
De spade |
De spade gebruik je om grond te spitten. |