Stap 5 Werken in de tuin

Het onderhoud van een moestuin 

Na het zaaien en planten, moet je vaak de handen uit de mouwen steken als je mooie en lekkere vruchten wil oogsten. Plantjes die té dicht bij elkaar staan, moeten we uitdunnen zodat ze voldoende ruimte hebben om te groeien. Sommige bonen hebben een stok nodig om in de hoogte te kunnen groeien. Bij tomaten moeten we de okselscheuten weghalen, pompoenplanten moeten getopt worden...

 

Groeien planten vanzelf?

Planten hebben eten en drinken nodig om te kunnen leven en groeien. Dit halen ze zelf uit de natuur, maar soms moeten we ze een handje helpen.

 

Er zijn vijf elementen die elke plant, bloem en boom nodig heeft om te kunnen groeien,

namelijk water, licht, lucht, aarde en warmte.

 

 

Water

Planten hebben water nodig. Bij droog weer moet je ze regelmatig besproeien.

Licht

Zonlicht is heel belangrijk voor de plant. Een plant die onvoldoende licht krijgt, vertoont na enkele dagen gele blaadjes. Sommige groenten zoals bloemkool schermen we af van het licht. Zo blijft de vrucht van de kool wit.

Lucht

Ook plantjes ademen en hebben dus lucht nodig. Planten groeien beter door re-gelmatig de grond te beluchten en door te hakken. Zuurstof en water kunnen op die manier beter tot bij de wortel.

Aarde

Aarde is op verschillende manieren nuttig voor een plant. Ten eerste biedt ze hou-vast. Ten tweede halen de wortels van de plant na een regenbui water uit de bo-dem. En ten derde bevat de aarde talloze voedingsstoffen (compost).

Warmte

Warmte bevordert de groei van de plant. De temperatuur mag niet te hoog zijn aangezien de plant kan uitdrogen maar de temperatuur mag ook niet te laag zijn want de planten ontkiemen pas bij een bepaalde minimumtemperatuur.

 

 

Ongewenste bezoekers

De planten groeien, maar hier en daar verschijnen er ook ongewenste bezoekers. Daarom moet je de moestuin van dichtbij volgen.

Hebben de slakken en rupsen mijn slablaadjes al ontdekt? Staan er brandnetels in mijn tuintje?

Omdat we natuurbewust tuinieren, gebruiken we geen giftige middelen tegen insecten en onkruid. Onkruid bestrijden we door te wieden en te schoffelen.

Slakken houden we op afstand door plastikflessen rond de plantjes te plaatsen.

Deze flessen beschermen de jonge plantjes ook tegen de vrieskou. We kunnen slakken ook lokken met een schaaltje bier of melk. Ze kruipen er in en verdrinken.

Vogels zijn soms gek op jonge plantjes, kiemende zaadjes of vers fruit. Een vogelverschrikker jaagt hen weg. Ze schrikken ook van flessen op stokken of andere voorwerpen zoals linten die geluid maken. Als dat niet helpt, dan moeten we netten over de groenten spannen. Maar vogels zijn ook nuttig in de moestuin. Ze zijn immers dol op slakken en rupsen. Daarom hangen we dicht bij de moestuin nestkastjes.

In de moestuin staan ook kruiden. Sommige kruiden (zoals tijm en lavendel) helpen tegen bladluizen. Ze worden dus niet alleen gebruikt om medicijnen te maken of om smaak te geven aan ons eten.