Hun of hen? Stappenplan.
Stap 1
Vervang de lege plaats in de zin waar hun of hen moet komen te staan door een concreet woord. Hierbij kan je denken aan:
- De jongens
- De meisjes
- De kippen
- De auto’s
Hierdoor maak je de zin concreet.
Voorbeeld
De buurjongen geeft ... een cadeau.
Afbeelding door: Actina
Dit wordt:
De buurjongen geeft de meisjes een cadeau.
Stap 2
Ontleed de zin.
Het lijdend voorwerp vind je door:
Wie/wat + gezegde + onderwerp?
Het meewerkend voorwerp vind je door:
Aan of voor wie + gezegde + onderwerp + lijdend voorwerp?
Voorbeeld
Lijdend voorwerp: wie of wat geeft de buurjongen? Een cadeau.
Meewerkend voorwerp: aan wie geeft de jongen een cadeau? De meisjes.
Je weet dat het meewerkend voorwerp wordt vervangen door het woordje hun en een lijdend voorwerp door hen.
Stap 3
Vul hun of hen in. Staat er een voorzetsel voor de open plek? Dan vul je hen in.
Voorbeeld
De buurjongen geeft… een cadeau.
Dit wordt:
De buurjongen geeft hun een cadeau.