Organen

 

Je weet al dat de cellen de kleinste onderdelen van je lichaam zijn. Een groep samenwerkende cellen vormen samen een weefsel. Weefsels zijn stukken van je organen. Samenwerkende weefsels vormen een orgaan. Je hebt natuurlijk meerdere organen die samen een specifieke functie uitoefenen in je lichaam. 

 

Organen en hun functies:
Het hart:
Pompt zuurstofarm bloed naar de longen, neemt zuurstof op, pompt zuurstofrijke bloed naar het lichaam. 

De longen: opnemen van zuurstof in het bloed en afgifte van koolstofdioxide.

De nieren: het regelen van lichaamsvloeistoffen. Scheidt urine uit. 

De maag: opvangplek van voedsel ,verteerd voedsel en beschermt tegen bacterien d.m.v. maagzuur.

De darmen: - dunnedarm: verteerd voedsel en wordt opgenomen in het lichaam door bloed.
                    - dikkedarm: vocht wordt opgenomen uit de ontlasting.
                    - endeldarm: opslag voor ontlasting. 

Alvleesklier: maakt insuline ( een hormoon) en regelt het suikergehalte in het lichaam. 
De lever: opslagplaats voor bloed en voedingsstoffen. Maakt gal en reguleert lichaamstemperatuur. 

De galblaas: hierin wordt gal opgeslagen wat later wordt afgegeven aan de 12 vingerige darm om vetten te emulgeren.  

De hersenen: Grote hersenen: geheugen en gedragscentrum. waarnemen m.h.v. zintuigen
                       kleine hersenen: spiercoordinatie  

Geslachtorganen: mannen: penis, teelballen, prostaat, blaas,

                             vrouwen: vagina, baarmoeder, eierstokken,

 

OOK JE HUID IS EEN ORGAAN!

https://cdn.pixabay.com/photo/2014/04/02/10/17/digestion-303364_960_720.png