Ga uit van een alledaagse situatie waarin 2, 3 of 4 personen bij elkaar zitten.
Beschrijf de personages, kort in een paar zinnen, wat voor persoon is het, welke relatie heeft hij/zij met de andere personen in de groep. Wat voor type/karakter is het.
je kunt met je stem het type/karakter versterken
de manier van praten (langzaam, monotoon, hard enz) kan bijdragen (je kruipt in de huid van het personage)
Je conversatie begint als een gewoon gesprek.
Nadat iedereen in ieder geval een keer aan het woord is geweest komt er op de een of andere manier een onverwachte wending.
Tijdens de eerste 45 minuten maak je groepjes, bedenk je een situatie, beschrijf je de karakters en schrijf je het gesprek uit.
Het tweede lesuur spreek je de tekst uit voor de rest van de klas.