7.1.1: Diepte zien

Het tekenen van een kubus en balk

 

Hieronder vind je instructiefilmpjes over hoe je een kubus of balk tekent. Handig zo'n filmpje, want deze kun je op pauze zetten en zo gemakkelijk stap voor stap mee tekenen.

 

Kubus:

 

 

 
 

 

 

 

 

Balk:

 

 

 

 

 

 

OPDRACHTEN

1

a. Teken in je uitwerkingenschrift twee kubussen. Beide kubussen hebben

     ribben van 4 cm. Stippel in kubus 1 de ribben AD, CD en DH en in kubus 2

     de ribben EF, BF en FG.

  b. Kleur in kubus 1 vlak ABEF geel, vlak BCFG blauw en vlak EFGH rood.

     Kleur in kubus 2 vlak ADEH geel, vlak ABCD blauw en vlak DCGH rood.

  c. Welke verschillen zie je in de twee tekeningen van de kubussen?

  d. Van welke kubus zie je de bovenkant?

  e. Waarom zijn drie ribben van de kubussen gestippeld getekend?

  f.  Welk vlak is het voorvlak van kubus 1?

  g. Welk vlak is het voorvlak van kubus 2?

 

 

2

a. Zet de letters ABCD EFGH bij de hoekpunten van de kubus.

                 

  b. Neem onderstaande tabel over en zet de volgende woorden op de juiste plaats in de tabel:  voorvlak, ondervlak, rechterzijvlak, achtervlak, linkerzijvlak en bovenvlak.

       

Grensvlak

Soort vlak

ABCD

 

ABFE

 

BCGF

 

EFGH

 

ADHE

 

DCGH

 

 

  c. Zeg van de volgende ribben of ze wel of niet gestippeld zijn.

Ribbe

Wel/niet gestippeld

AB

 

BC

 

CG

 

CD

 

FG

 

DH

 

 

 

3

a. Teken de kubus ABCD EFGH met ribben van 3 cm. Teken de kubus in je

     uitwerkingenschrift.

  b. Teken een kubus met ribben van 5 cm in je uitwerkingenschrift. Kleur alle

     zichtbare grensvlakken met een andere kleur.

 

 

4

a. Teken een balk PQRS TUVW met PQ = 6 cm, QR = 9 cm en PT = 3 cm in

      je uitwerkingenschrift. Maak eerst een schets!

  b. Teken een balk ABCD EFGH met AB = 4 cm, BC = 3 cm en AE = 4 cm in

      je uitwerkingenschrift. Maak eerst een schets!