VOORRANGREGELS / REKENVOLGORDE
Bij het rekenen gelden de voorrangsregels:
Dit zijn allemaal rekenkundige bewerkingen
Voorbeelden
TEGENGESTELDE
Getallen kunnen het tegengestelde zijn van elkaar. Het tegengestelde van -3 is 3. Het tegengestelde van 0,7 is -0,7. Als je tegengestelde getallen bij elkaar optelt komt er altijd 0 uit. De afstand naar 0 op de getallenlijn is immers hetzelfde.
BEREKENINGEN MET EEN DEELSTREEP
In de berekening hieronder zie je een deelstreep. Het * betekent x.
Je moet eerst uitrekenen wat er boven en onder de deelstreep staat. Dan pas maak je de deling. Ten slotte maak je de vermenigvuldiging.
Voorbeeld:
boven de deelstreep: 2 x (32 - 4) = 2 x (9-4) = 2 x 5 = 10
onder de deelstreep: 1+1 = 2
dan 10: 2 x 3 = 15
Om dit op je rekenmachine in te voeren zijn er twee manieren.
1.met haakjes: (2 x (32 - 4)) : (1 + 1) x 3 = Let dus op de dubbele haakjes hier!!
2. met de breuktoets
Probeer nu beide manieren op je rekenmachine, zodat je deze allebei kunt gebruiken.
Neem de som uit het voorbeeld.
OPDRACHTEN
Bereken zonder rekenmachine!
1. Schrijf over en reken uit. Schrijf de tussenstappen ook op.
a) 5+2×4 =
b) (10−2) ×3 =
c) 5×5+3 =
d) 20−8×2 =
2. Schrijf over en reken uit. Schrijf de tussenstappen ook op.
a) 6 + 2 x 3 x =
b) (17 + 3)2 : 80 - 40 =
3. Schrijf over en reken uit. Schrijf de tussenstappen ook op.
a)
b)
4. Schrijf over en reken uit. Schrijf de tussenstappen ook op.
a)
b)
Nu mag je weer je rekenmachine gebruiken.
5. Schrijf over en reken uit. Schrijf de tussenstappen ook op.
a) 4 - 2 x (3 + 1)2 x 2 =
b) 2 + x (3 - 1)
| c) 9 + | –43 | × | –![]() |
= |
d) 4 x 22 +
4 + 4 =
6. Schrijf het tegengestelde op:
a) 0,19
b) -12
c) 44
d) -0,08
7. Bereken met je rekenmachine, rond indien nodig af op twee decimalen.
a)
b)
c)
d)