Boek 2 - havo 4

Eigen verslag " de pupil " van Harrie Mulisch

Samenvatting:

De hoofdpersoon van het boek heet Harry en is 18 jaar.

Harry komt uit Nederland. Op het moment dat hij op jonge leeftijd naar Italië gaat om te werken is het in Nederland oorlog.

Harry is illegaal vanuit Nederland via België en Frankrijk gelift.

Harry leert zichzelf Italiaans en gaat in Italië werken als pompbediende bij een pompstation.

Het is een hete zomerdag in augustus als hij Mme. Sasserath ontmoet. Zij en haar chauffeur kwamen aangereden in een Rolls Roys bij het pompstation.

Mme. Sasserath was geheel in het wit gekleed, het enige sieraad dat zij droeg was een met briljanten bezette veiligheidsspeld.

In het begin praat Harry Italiaans met haar, maar als hij merkt dat Mme. Sasserath Belgisch met haar chauffeur praat, gaat hij in het Nederlands over. Harry houdt een nogal filosofische redevoering over zijn vak als pompbediende. Hij begint een conversatie met Mme. Sasserath. Als Harry uiteindelijk bekent ook een beetje te kunnen schrijven nodigt Mme. Sasserath hem uit met haar mee te gaan naar haar villa op het eiland Capri.

 

Mme. Sasserath is vreselijk rijk, zij is zo rijk geworden door de uitvinding van haar man de veiligheidsspeld.

Hij mag bij haar in het huis wonen om zich volledig te kunnen concentreren op zijn schrijverschap. Hij wil graag schrijver worden, maar hij kan geen inspiratie opdoen.

Het gaat niet zo goed met Harry als schrijver. Hij ploetert vele vellen vol, maar niets komt af. Hij denkt dat hij het gewoon niet kan.

Hij gaat wanhopen of hij ooit iets zal kunnen schrijven dat net zo groots is als de Vesuvius.

Op een gegeven moment bewijst hij Mme. Sasserath een grote dienst. Mme. Sasserath kan niet meer slapen, zij lijdt aan slapeloosheid omdat zij niet meer dromen kan.

Hij vraagt aan haar of zij ooit een droom heeft opgeschreven. Mme. Sasseraht bekent aan Harry dat zij ooit 1 keer een droom heeft opgeschreven en heeft bewaard. Op het moment dat zij de geschreven droom leest valt zij in slaap.

Mme. Sasserath bekent Harry dat de oude droom in een nieuwe droom was overgegaan. Hierop beloofde zij Harry te belonen. Zij zegt niet wat voor beloning dat is.

Een week daarna opent Mme. Sasserath een stoeltjeslift in de vorm van een veiligheidsspeld op de vulkaan De Vesuvius. Zij biedt deze kabelbaan aan als geschenk aan Italië.

Mme. Sasserath en Harry gaan als eersten met de kabelbaan omhoog. Tijdens het stijgen legt ze haar hoofd op de schouder van Harry en vertelt dat ze blij is dat ze deze kabelbaan als monument voor haar overleden man Alphons heeft kunnen voltooien.

Harry ziet plotseling uit de mist een aantal stoeltjesliften met elk 2 personen erin terugkomen. Dat is heel vreemd, want hij weet zeker dat alleen hij en Mme. Sasserath waren ingestapt.

Wanneer de tegemoetkomende stoeltjes hem passeren ziet hij tot zijn verbazing dat hij de personen ergens van herkent. Ze komen hem bekend voor, maar hij weet niet waar hij hen ooit is tegengekomen. Hij weet wie het zijn, maar eigenlijk toch ook weer niet.

Na een poos wanneer de personen weer voorbij zijn bemerkt hij ineens dat Mme. Sasserath er niet meer is, de plaats naast hem in het stoeltje is leeg.

Als hij weer beneden komt schelden de mensen hem uit voor moordenaar, ze vinden dat hij alleen maar op geld uit is. Dan houdt hij een toespraak, waarin hij alles uitlegt. Hij legt uit dat ze hem niet kunnen arresteren, omdat er geen lijk is en als hij het gedaan zou hebben hij allang was gevlucht. Uiteindelijk vindt men dat hij niet schuldig is.

Hij besluit terug te gaan naar Holland. Zijn laatste nacht brengt hij door met professor Felice.

Analyse:

Het boek is een autobiografische novelle. Het is geen autobiografie, maar heeft er wel kenmerken van. Het beschrijft een jeugdherinnering van een 60-jarige schrijver. De personages is het boek zijn niet allemaal echt. Mme. Sasserath bijv. is een fantasiefiguur van de schrijver. Ook de gebeurtenissen die plaatsvinden zijn verzonnen. Het is niet mogelijk dat iemand zomaar in het niets verdwijnt. Ik vind het een soort sprookjesnovelle.

De hoofdpersoon is de 60-jarige schrijver Harry Mulisch, die een jeugdherinnering beschrijft van toen hij 18 was. Hij beschrijft zichzelf als de 18-jarige ikpersoon.

De ikpersoon is 18 jaar en beschrijft zichzelf met ironie.

De ikpersoon, vindt dat hij er heel goed uitziet, een gespierd lichaam heeft, knap is. Hij vindt van zichzelf dat hij een wonder van intelligentie is, een goede smaak heeft, tact, humor enz. heeft. Met andere woorden hij kikt enorm op zichzelf.

De ikpersoon is de pupil van Mme. Sasserath.

 

Mme. Sasserath is 80 jaar en puisant rijk. Zij is heel fragiel, altijd in het wit gekleed met net gekapte witte haren. Als enige versiering draagt ze een briljanten broche in de vorm van een veiligheidsspeld.

Deze veiligheidsspeld is uitgevonden door haar overleden man Alphons.

Zij verschaft de ikpersoon de gelegenheid om zich geheel in te zetten voor zijn schrijverschap.

Eigenlijk is Mme. Sasserath niet een echt persoon, zij verdwijnt aan het eind van het boek zomaar in het niets. Het is een soort droomfiguur. Het is een fantasiefiguur van de schrijver.

Point, dat is de nuchtere secretaris van Mme. Sasserath, hij speelt een kleine rol in het boek, hij is erg jaloers op de ikpersoon omdat hij denkt dat de ikpersoon op het geld van Mme. Sasserath uit is en niet op Mme. Sasserath zelf en omdat de ikpersoon elke keer wordt voorgetrokken.

 

Voor de rest zijn er nog wat andere personages, maar die spelen bijna geen rol in het verhaal.

Ik-perspectief en ik-verteller.

Het lijkt alsof de ikfiguur al schrijvend verslag doet van de dingen die hij meemaakt en denkt.

Je leest het verhaal van wat de schrijver in zijn jeugd heeft meegemaakt.

Je leest het verhaal door de ogen van de schrijver harry Mulisch of zoals hij in het boek door Mme. Sasseraht wordt genoemd, de pupil.

Als de ik-verteller met Mme. Sasserath praat, beleef je het ook zo als de ik-verteller. Je kijkt er net zo tegenaan als de ik-verteller. Je maakt het allemaal zoals de ik-verteller. Het verhaal wordt dus verteld vanuit het ik-perspectief.

Het verhaal zelf wordt chronologisch verteld, vlak na de oorlog, rond 1945.

Het tijdsverloop zelf is een flashback. Dat blijkt uit de woorden Amsterdam, december 1986. Het is een jeugdherinnering van plm. 60 jaar eerder.

De titelverklaring van dit boek is heel simpel te verklaren omdat hij in het huis bij Mme. Sasserath zit en de pupil is van Mme. Sasserath en leert van haar levenservaringen die hij later in zijn leven kan gebruiken, wat namelijk de inspiratie is om weer te kunnen schrijven.

deze tekst komt van: https://www.scholieren.com/boekverslag/47759

Eigen mening:

Dit is het eerste boek van Harrie Mulisch wat ik heb gelezen. Ik heb veel over deze schrijver gehoord en hij staat erg hoog aangeschreven. Echter viel dit boek mij een beetje tegen, want het was een erg moeilijk boek. Ik moest mij er erg goed voor concentreren om dit te begrijpen. De schrijver had wel een mooie oude schrijfstijl. Dus de volgende keer dat ik een boek van Mulisch ga lezen kies ik er een van een makkelijker niveau.