Boek 5 - havo 4

Eigen verslag 'de aanslag' door Harrie Mulisch

 

Samenvatting:

Het verhaal begint in 1945 in de hongerwinter. Anton en z’n familie spelen een spelletje mens-erger-je-niet. Plotseling horen ze schoten. Voor het huis van de fam. Korteweg ligt het lijk van Fake Ploeg, een belangrijke NSB-er. Korteweg en z’n dochter slepen het lijk naar het huis van Anton.

Antons broer Peter gaat naar buiten om het terug te leggen, maar net op dat moment komen er Duitse soldaten de straat in. Peter vlucht. Anton en z’n ouders worden gearresteerd en hun huis wordt in de fik gestoken. Anton wordt van z’n ouders gescheiden en moet mee naar het politiebureau waar hij in een donkere cel belandt bij een onbekende vrouw.

Zij stelt hem echter gerust en troost hem

 

We maken nu een sprong in de tijd: Nederland is inmiddels bevrijd. Anton heeft tehoren gekregen dat z’n ouders toen diezelfde avond nog zijn gefusilleerd en dat z’n broer ook niet meer leeft. Hij blijft bij z’n oom wonen en gaat medicijnen studeren.

In 1952, als hij 2e-jaars is. Geeft een studiegenoot een feestje. Anton wil eerst niet gaan, omdat het vlakbij zijn oude huis is, maar uiteindelijk gaat hij toch.

Tijdens het feest besluit hij om even een ommetje te gaan maken en belandt op de kade.

Mw.Beumers heeft hem herkend en vraagt hem binnen.

Ze praten wat over de oorlog en Anton ziet voor het eerst het monument op de plaats waar z’n ouders gefusilleerd zijn.

Hier eindigt deel 2.

 

Deel 3 begint in 1956

Anton woont inmiddels op kamers. Op een dag ontmoet hij bij toeval Fake Ploeg, de zoon van de destijds vermoorde hoofdinspecteur. Hij vraagt hem binnen maar ze krijgen heftige ruzie waarbij Fake zijn vader verdedigd terwijl Anton nog steeds kwaad is op de nazi’s

In z’n woede gooit Fake een steen door de ruit en vertrekt.

Anton blijft alleen achter…..het oprakelen van het verleden blijkt hem zwaar te vallen.

 

Deel 4 begint in 1966

Anton is inmiddels anesthesist. In 1960 heeft hij Saskia ontmoet. Ze had meteen iets vertrouwds over zich en hij werd op slag verliefd. Inmiddels zijn ze getrouwd en hebben een dochter Sandra. Op een dag moet Saskia naar de begrafenis van een vriend van haar vader. Anton gaat ook mee Na de plechtigheid belanden ze in een café waar zich een discussie over de oorlog en politiek ontketend. En dan vangt Anton de volgende zin op:

"Ik schoot eerst in zijn rug, en toen een keer in zijn schouder en in zijn buik toen ik hem voorbij fietste"

Meteen hoort hij in z’n hoofd de 6 schoten weerklinken van die avond in januari 1945. Hij vraag de man of het soms over Fake Ploeg gaat. De man trekt wit weg en vraagt of hij even mee naar buiten gaat. Zijn naam is Cor Takes Hij vertelt dat hij inderdaad die avond Fake Ploeg heeft neergeschoten, samen met een vriendin van hem: Truus Coster. Anton schrikt: opeens voelt hij dat dat de vrouw was bij wie hij die avond in het donker in de cel heeft gezeten en die sindsdien niet meer uit zijn gedachten is verdwenen. Takes wil meteen weten wat ze allemaal zei maar anton weet niet meer. Na het gesprek geeft Takes Anton zijn telefoonnummer….voor als hij nog eens wil praten.

 

Thuis denkt Anton nog lang na over hun gesprek en besluit om weer naar Takes te gaan. Als hij daar is ziet hij een foto van Truus, en hij ziet een gelijkenis met Saskia. Ook al heeft hij Truus nooit gezien, in zijn hoofd heeft hij een beeld van haar gevormd en dat is precies Saskia!! Daarom viel hij toen ook onmiddellijk voor haar. Takes vertelt hem ook dat hij toen eerst op Ploeg heeft geschoten maar dat ie niet helemaal dood was. Ploeg schoot en raakte Truus die niet verder kon. Takes probeerde haar nog achrerop zijn fiets te krijgen maar de moffen kwamen er al aan. Zo is ze dus opgepakt en in de cel belandt waar Anton haar ontmoet heeft. Later is ze in de duinen gefusilleerd.

 

De laatste episode begint in 1981

Anton is inmiddels hertrouwt en heeft een zoon, die vernoemd is naar z’n broer Peter. In deze tijd heeft Anton veel last van inzinkingen: telkens ziet hij het verleden weer voor zich

 

In de tweede helft van 1981 loopt Anton mee in een vredesdemonstratie. Daar ontmoet hij bij toeval zijn vroegere buurmeisje Karin Korteweg. Ze raken in gesprek en Karin vertelt dat Peter die avond bij hun naar binnen is gerend.

Hij was woedend en hield alsmaar het pistool op hen gericht.

De duitsers moeten hem door een kier in het gordijn gezien hebben, want plotseling werd er van buitenaf geschoten. Peter was dood. Karin en haar vader werden meegenomen naar het politiebureau maar werden de volgende dag al vrijgelaten. Ze vertelt Anton ook waarom ze het lijk toen versleept hebben:

Mr. Korteweg hield hagedissen op zolder…dei beesten waren alles voor m en hij was bang dat hen iets zou overkomen als de Duitsers binnen zouden vallen.

Anton wil weten waarom ze het dan niet naar Van Aartsen hebben gesleept en dan vertelt Karin iets verbazingwekkends: De Van Aartsens hadden 3 Joodse onderduikers.

Als het lijk daar was belandt waren die mensen alsnog afgevoerd.

Kortweg had dus in feite nog met een "goed hart" gehandeld.

Anton weet nu genoe, hij neemt afscheid van Karin en verdwijnt in de menigte.

Het boek wordt afgesloten met een overpeinzing over wie nou de schuldige is.

 

Analyse:

Structuur & perspectief

Het verhaal is geschreven vanuit een personaal perspectief (hij/zij), namelijk vanuit Anton. De lezer ziet en ‘ervaart’ alles door zijn ogen, maar er wordt op bepaalde momenten ook een beschrijving gemaakt van Antons leven en dan staat de verteller verder weg van het verhaal.

In het proloog wordt geschreven vanuit de alwetende verteller. Er komen dus perspectiefwisselingen in het boek voor.

Decor

Het verhaal begint in 1945, in de Haarlemse villastraat, als Anton twaalf jaar is. Daarna wordt er een tijdsprong gemaakt naar 1952, in Amsterdam: Anton is dan bezig met opgroeien van een kind in een tiener/volwassene. Er wordt hier veel teruggeblikt op de bevrijding. Hij woont bij zijn oom en tante in Amsterdam.

In het derde deel van het boek is het 1956 in Amsterdam: Anton is een studerende twintiger.

In het vierde deel is het 1966 en is Anton rond eind twintig, begin dertig: hij is getrouwd met Saskia de Graaff en heeft een dochter, Sandra. Het is onduidelijk waar zij wonen, maar waarschijnlijk in de buurt van Amsterdam.

In de laatste episode is het 1981 en woont Anton overal en nergens: zowel in Nederland als in Zuid-Italië. Hij is rond de veertig/vijftig, is met zijn tweede vrouw en heeft een zoon, Peter.

Personages

Anton Steenwijk

Anton Steenwijk woonde tot ongeveer zijn dertiende met zijn beide ouders en broer Peter in een Haarlemse villa. Als kind was hij niet heel bijzonder; gekoesterd door zijn ouders en geplaagd door zijn broer. Toen zijn ouders en broer in onschuld werden vermoord, werd hij geadopteerd door zijn oom en tante in Amsterdam. Als Anton opgroeit, blijft de herinnering aan die avond in 1945 hem achtervolgen: onbewust wil hij weten wie Fake Ploeg vermoordde en waarom het lichaam bij Anton op de stoep werd gelegd. Anton laat het leven min of meer aan zich voorbij trekken terwijl hij trouwt en kinderen krijgt, en wordt door maar weinig dingen geprikkeld. Naast zijn werk houdt hij zich bezig met lezen en puzzels oplossen. Hij bezit vier huizen, waarvan een aantal in Italië. Politiek en actualiteit boeien hem weinig; het enige waarvoor hij echt leeft, is eigenlijk het verleden.

bron:https://www.scholieren.com/boekverslag/43284

Eigen mening:

Het was het 2e boek dat ik van Mulisch heb gelezen en net als het andere boek was deze ook redelijk lastig. Op zich was het boek wel interessant, maar zelf ben ik niet zo'n fan van de oorlogen en de verhalen hierover.