Bekijk hier de uitleg voor de vervoeging met het werkwoord être https://www.youtube.com/watch?v=S-33Xb4cMW0

Dit is het être huis
Dat wil zeggen : De werkwoorden die je in het huisje ziet vervoeg je met être

--------------------------------------------------
Let op het gebruik van het hulpwerkwoord in de passé composé
--------------------------------------------------
De meeste werkwoorden in het Frans worden met avoir. Let op dat de wederkerende werkwoorden in tegenstelling tot in het Nederlands, in het Frans met être worden vervoegd.
Dat zijn van de regelmatige werkwoorden: Finir, réussir, grandir et commencer.
Bovendien worden de bovenstaande werkwoorden van het être huis ook met être vervoegd.
Enkele voorbeelden:
Je suis allé (aller)
Tu es tombé (tomber)
Il est resté (rester)
Nous sommes venus (venir)
Vous êtes né(s) (naître)
Ils sont sortis (sortir)