Werkwoorden Werkwoorden heb je in elke taal. Zo ook in het Duits. Wat alles zo verschillende maakt in de verschillende talen is de vervoeging. De vervoeging noem je in het Duits das Konjuction, wil je gaan vervoegen noemt men dat konjugieren. Voordat je kan gaan vervoegen heb je natuurlijk ook personen nodig om te weten hoe je het werkwoord moet vormen. Het ligt aan de persoon, hoe je het werkwoord gaat vormen. Bij de ik-vorm, zeg je ''ik heb'' maar bij de wij-vorm heb je de infinitief dus heel werkwoord ''wij hebben''. Die personen noemen we persoonlijk voornaamwoorden.
Persoonlijkvoornaam woorden:
Ik
Jij
U
Hij/zij/het
Wij
Jullie
Zij
Elke onderwerp heeft een eigen uitgang, zo ook in het Duits. Het trucje is ''ESTTENTEN''. Bij regelmatige werkwoorden kun je in de tegenwoordige tijd ESTTENTEN invullen je haalt -EN van 't hele werwoord af, je houdt de stam over en vult van boven naar beneden ESTTENTEN in bijvoorbeeld bij het werkwoord "wohnen":
Ich wohn-e
Du wohn-st
Er/Sie/Es wohn-t
Wir wohn-en
Ih wohn-t
Sie/sie wohn-en
In het onderstaande filmpje leg ik alles nog haarfijn uit.
https://youtu.be/nwkYjBS_Uic