Grammatica, is een groot onderdeel van een taal. Het is een systeem van regels en principes voor het schrijven en spreken van een taal. Het ondersteunt de taal enorm. Je begint eerst met het werkwoordelijk gezegde, alle werkwoorden in de zin. In het Nederlands als zowel het Duits bestaat een werkwoordelijke gezegde uit een hulpwerkwoord en een zelfstandigwerkwoord. De duitse taal heeft drie hulpwerkwoorden namelijk: haben,sein und werden. Het werkwoord waar het nu eigenlijk om draait is het zelfstandig werkwoord, het hoofdwerkwoord bijvoorbeeld zwemmen, dansen, eten, drinken etc.
Zum Beispiel: Sie hat gestern Maria gesehen
Hulpwerkwoord, hilfsverb: hat
Vollverb: Sehen
Je ziet dat -ge er voor staat zoals we in het Nederlands ook hebben weten we dat werkwoorden die beginnen met -ge, -be, -ver voltooid deelwoorden worden genoemd.
Zum Beispiel:
Er hat gestern viel Cola getrunken.
hilfsverb: hat
vollverb: trinken --> Partizip Präsens II getrunken