Wisselvoorzetsels

De voorzetsels zijn:

Je hebt bij de andere naamvallen geleerd dat er bepaalde voorzetsels zijn waarna het woord wat erna komt de 3e of de 4e naamval krijgt. Echter zijn er, zoals je hierboven ook kan zien, voorzetsels waarbij je nog niet zeker weet dat het woord wat erna komt de 3e of de 4e naamval krijgt. Je kan er echter wel achter komen, namelijk door bepaalde vragen te stellen.
Deze vragen zijn:
- Wo? (waar)
- Wann? (wanneer)
- Wohin? (waarheen)

Als je de vragen Wo/Wann? kan stellen dan weet je dat de zin in de 3e naamval staat.
Als je de vraag Wohin? kan stellen dan weet je dat de zin in de 4e naamval staat.

 

 

 

Voor oefenopgaves klik hier.