Lees de onderstaande uitleg goed door!
Allereerst, hoe vind je het lijdend voorwerp in een zin?
Door de vraag: Wie/wat + werkwoordelijk gezegde + onderwerp ? te stellen.
Hij ziet een kat.
Wie/wat + ziet + hij? = een kat!
We hebben ook vastgesteld dat het persoonlijk voornaamwoord het lijdend voorwerp kan zijn. Dan heb je deze vormen:
mij, je, hem, haar, het, hen, ons, ze en u.
Ook deze gaan we nu vertalen!
* = meervoud
Een voorbeeldzin: Ich sehe ihn.
Het lijdend voorwerp als persoonlijk voornaamwoord kan ook als vervanging dienen.
Bij de zin: 'Wie findest du das Buch?' kan je antwoorden: Ich finde das Buch blöd.
Je kan echter ook antwoorden: Ich finde es blöd.
Met 'es' verwijs je naar 'das Buch'.
Nog enkele voorbeeldzinnen:
Wie findest du den Fisch?
Ich finde ihn zu salzig.
Wie findest du die Ananas?
Ich finde sie sehr lecker.
Kijk dus goed naar het woord wat je wil vervangen. Is het een der/die/das/die(mv) woord?
Der (in de 4e naamval den) wordt ihn.
Die (in de 4e naamval die) wordt sie.
Das (in de 4e naamval das) wordt es.
Die (mv in de 4e naamval) wordt sie.
Check of je het begrepen hebt door de 4 vragen te maken bij het volgende kopje!!