Organismen: Levend wezen
Levenskenmerken: Kenmerken die alleen levende organismen hebben
Rijken: Organismen binnen een hoofdgroep die zijn ingedeeld in kleinere groep
Bacteriën: Eencellige organismen zonder celkern
Eencellig: uit één cel bestaand
Schimmels: Een- of meercellige organismen met een celkern en celwand, zonder bladgroekorrels
Schimmeldraden: Lange dunne draden van meercellige schimmels
Gisten: Eencellige schimmels
Planten: Een of meercellige organismen met cellen met bladgroenkorrels.
Bladgroenkorrels: Groene celonderdelen van planten waar fotosynthese plaatsvindt
Fotosynthese: Proces waarbij een plant glucose maakt met behulp van energie uit zonlicht
Stammen: Kleinere groepen van een rijk
Virus: Ziekteverwekker die DNA in een gezonde cel van een ander organisme inbrengt
Beerdiertjes: Meercellig organismen dat in extreme omstandigheden kan leven
Cryptobiose: Een winterslaap waar een organisme al het water uit zijn lichaam haalt