Het rijk van de planten vinden we overal om ons heen. Op weg naar school heb je meerdere bomen, struiken en gras gezien. Planten zijn uiteraard groen. Dit heeft te maken met de bladgroenkorrels in hun bladeren. Je hebt aan het begin van het jaar bladgroenkorrels gezien onder de microscoop. Deze bladgroenkorrels hebben een ontzettend belangrijke functie. Hierdoor kunnen planten aan fotosynthese doen. Bij fotosynthese maakt een plant in de bladeren van koolstofdioxide (uit de lucht), water (via de wortels) en licht (van de zon) suiker en zuurstof. Daardoor maakt een plant eigenlijk zijn eigen voeding. Het hoeft geen andere organismen op te eten om aan energie te komen.
De cellen van planten hebben naast de bladgroenkorrels een celkern en stevige celwanden. Die celwanden zorgen voor de stevigheid in een plant. En wanneer ze stevig en hard genoeg zijn kunnen ze zelfs doorgroeien als bomen en tientallen meters hoog worden.