Oefening 2

Ga naar het werkblad ‘relatief en absoluut celadres’.

Typ de volgende getallen in, in de juiste cellen.

Maak volgende berekeningen:

 

  1. in kolom C: totalen maken van A en B
  2. in kolom D: als getal kleiner is dan 100 in kolom C, verschijnt de tekst 'alles ok', anders de tekst 'verbeteringen aanbrengen'
  3. in kolom G: als getal kleiner is dan 50 in kolom C, dan getal in kolom C delen door getal in kolom A, anders getal in kolom C met 10 vermeerderen
  4. in kolom B moeten de getallen als volgt verschijnen: € 50,00, in kolom D tekst rood en cursief
  5. in cel A15: resultaat van formule A1+A2-A5 doen verschijnen, daarna deze formule kopiëren naar B15 en C15
  6. in cel A16: resultaat van formule A1+I1 doen verschijnen, daarna deze formule kopiëren naar B16 en C16, dus steeds +I1