Titel: Hersenschimmen
Auteur: J. Bernlef
Pagina's: 221 pagina's
Genre: Psychologische roman
Ruimte: Het speelt zich af in Amerika, Gloucester en de flashbacks in Nederland en Parijs. Omdat Maarten dement is, denkt hij af en toe dat hij weer in Nederland is bij zijn vader.
Tijd: Het boek speelt zich af rond 1984. Dit blijkt uit het feit dat er nog geen normale mobieltjes waren, maar wel huistelefoons. En de flashbacks spelen zich rond de Tweede Wereldoorlog af en later; de kinderen waren toen nog jong. Nu komen de kinderen niet vaak meer langs, ze zijn ouder geworden. Dit betekent dat het ook nog wel een tijd na de Tweede Wereldoorlog heeft afgepeeld. De verteltijd is ongeveer 3 maanden.
Chronologisch: Het verhaal is chronologisch opgebouwd, we volgen Maartens steeds verder ontwikkelende dementie, met veel flashbacks en herinneringen.
Personages:
Maarten Klein
De hoofdpersoon in het boek is Maarten Klein. Hij is geboren in Alkmaar, maar woont al een hele tijd in Amerika. Hij werkte als aantekeningmaker bij de IMCO, een visserijorganisatie, maar is inmiddels al gepensioneerd. Maarten is een lieve man die zijn vrouw heel graag ziet. Als hij kon dan zou hij zijn vrouw nog altijd zo verwennen zoals hij dat vroeger deed. Hij heeft nog heel jeugdige ideeën. Maarten leer je het beste kennen omdat hij het verhaal vertelt, je zit in zijn denkwereld. Op het einde is hij enorm verward en weet hij soms niet waar hij is of wat hij doet. Hij is een grote fiere man die altijd een kostuum draagt. Vroeger toen hij nog werkte heeft hij de halve wereld rondgereisd. Hij kan niet leven zonder zijn vrouw, maar toch heeft hij haar vroeger één keer bedrogen op zakenreis in Parijs met een hele dikke vrouw.
Vera Klein
Vera, Maartens vrouw, is een belangrijk persoon in het boek. Zij is al vijftig jaar getrouwd met Maarten en moet hulpeloos toekijken hoe Maarten aan het dementeren is. Vera en Maarten kennen elkaar door en door. Vera is een sterke vrouw, want ze hebben samen al een zware tijd doorstaan. Dan doen de eerste verschijnselen van Maartens dementie zich voor. Vera hecht hier meer waarde aan dan Maarten en schakelt dan ook een dokter in. Als het eenmaal bekend is dat het steeds slechter gaat met Maarten moet ook Vera steeds meer op Maarten letten om te zorgen dat er geen ongelukken gebeuren. Hier blijkt dat het ware liefde is en dat Vera zeer geduldig en sterk is. Als de situatie eenmaal ondraaglijk is geworden neemt Vera de beslissing dat er niets anders op zit dan een tehuis waar Maarten verzorgd zal moeten worden, omdat zij hem niet meer in de hand kan houden. Haar hele dag stond bijna in dienst van Maarten en zelfs met een extra hulp in huis kan ze niet genoeg voor Maarten zorgen, zó ernstig is hij er aan toe. Vera leer je vooral kennen door de opmerkingen van Maarten. Ze heeft een tenger maar mooi uiterlijk. Hoewel ze hard is, is ze ook wel een gevoelige vrouw. Ze heeft een normaal sociaal leven, ze heeft vriendinnen, doet zelf de boodschappen en heeft vroeger in een bieb gewerkt.
Fred en Kitty (de kinderen Klein)
De twee kinderen, Fred en Kitty, zijn typen omdat je weinig over hen te weten komt. Zij zijn geboren in Nederland en op jeugdige leeftijd mee geëmigreerd naar Amerika. Toen ze volwassen waren hebben ze Amerika weer verlaten en zijn ze terug in Nederland gaan wonen. In Nederland leiden ze een normaal leven met kinderen.
Dokter Eardly
Hij is een arts die denkt Maartens bewustzijn met behulp van medicijnen en rust weer te kunnen aanwakkeren. Hij bedoelt het wel goed met Maarten. Hij komt geregeld langs en blijft in elke situatie vriendelijk. Hij is een forse man.
Phil Taylor
Ze is de gezinshulp die komt als Vera Maarten in haar eentje niet meer aankan. Maarten verwart Phil met zijn dochter en zijn pianolerares. Phil komt bij hen inwonen. Ze is zeer behulpzaam, maar nog zeer jong van mentaliteit. Ze wil erg vaak tv kijken. Het is een typisch Amerikaans meisje qua gewoontes en kleding. Ze heeft blond haar, een bol voorhoofd en ze is ietwat aan de flinke kant.
Ellen Robbins
Ze is een vriendin van Vera die regelmatig langskomt. Ze is meer een roddeltante, maar een hele goede vriendin. Ze helpt Vera met haar problemen.
Perspectief: Het verhaal wordt verteld vanuit een ik-perspectief, in dit boek door de hoofdpersoon Maarten. We kunnen gedurende het hele verhaal met hem, in zijn hoofd meekijken, waardoor we ook heel erg met hem meevoelen.
Thema: Het boek gaat over dementie en hoe ermee om te gaan. Aan de ene kant gaat het verhaal er over hoe Maarten zelf met zijn dementie omgaat, maar aan de andere kant lees je het verhaal van twee mensen die al 50 jaar samen zijn en liefde en verdriet hebben gedeeld, maar doordat Maarten dementeert kennen ze elkaar niet meer. Op de achterliggende vraag van beide ‘verhaallijnen’: hoe moet je met dementie omgaan? is echter geen antwoord te geven, wat Bernlef dan ook niet doet.
Einde: Het is een gesloten einde. Maarten eindigt in een tehuis. Hier ben ik wel. Het is een logisch einde, want het ging steeds slechter met hem.
Samenvatting:
Maarten en Vera Klein wonen al jaren gelukkig in Gloucester. Langzaam maar zeker begint Maarten heden en verleden door elkaar te halen. Het begint heel klein, op het moment dat hij niet meer weet welke dag het is en op een zondag wacht tot de schoolbus langs zal komen of als hij steeds vaker in gedachten verzonken is. Langzaam maar zeker kan hij zich dingen niet meer herinneren en als hij zich iets herinnert, gaat hij volledig in die herinnering op. Zo denkt hij op een dag dat hij weer op de kleuterschool is en van de juf de potlodendoos mag halen. Hij loopt de gang door naar het materiaalhok en klimt op een stoel om de doos te gaan zoeken. Dan staat Vera plots achter hem en haalt hem uit de droom. Hij blijkt op de keukenstoel in hun washok te staan. Later geeft hij hele rare antwoorden op vragen, omdat hij net ergens anders met z’n gedachten was. Als Vera hem een keer vraagt wat hij zo lang in de keuken deed, antwoordt hij bijvoorbeeld vangstquota. Uiteindelijk gaat dit nog een stapje verder en breekt hij in bij een vakantiehuisje waar vroeger de vergaderingen van zijn bedrijf waren omdat hij denkt dat hij te laat op zijn vergadering komt. Ook vergeet hij dat mensen en dieren dood zijn en vraagt dus steeds naar hen als anderen langskomen. Een keer begint hij plotseling naar de snoepreepjes die zijn oma altijd voor hem achter in de buffetkast verstopte te zoeken.
Vera wordt steeds ongeruster en als Maarten weg begint te lopen van huis laat ze uiteindelijk een meisje, Phil Taylor, in huis wonen die op Maarten kan passen als zij weg is. Maarten vergeet echter steeds wie ze is. Eerst ziet hij haar aan voor een vriendin van zijn dochter, dan voor zijn vroegere piano juf en uiteindelijk voor zijn dochter. Ook van Vera vergeet hij soms wie ze is.
In het laatste deel van het boek weet Maarten zelf niet meer wie hij is. Eerst heeft hij het nog over “mijn spullen”, maar naarmate hij verder aftakelt begint hij in derde persoon over zichzelf te praten, om het uiteindelijk alleen nog maar over ‘het’ te hebben. Tegelijk met deze verandering in benoeming van zichzelf, trekt hij zich steeds meer in zijn hoofd terug. Hij communiceert bijna niet meer met de buitenwereld, maar denkt in onsamenhangende zinnen en fragmenten aan wat er om hem heen gebeurt. Een van de redenen hiervoor is dat hij ook steeds meer moeite met het Engels begint te hebben, en soms even de taal niet meer lijkt te verstaan. Op het laatst zijn Maartens gedachten zo onsamenhangend en fragmentarisch dat er bijna niet meer duidelijk is wat er nou met hem gebeurt. Wel weet hij op zijn sterfbed weer even wat er om hem heen gebeurt en zoekt en vindt hij Vera’s hand, al weet hij haar naam niet meer.
Schrijver:
J. Bernlef is niet zijn echte naam, zijn echte naam is eigenlijk Hendrik-Jan Marsman. Hij is een Nederlandse schrijver, dichter en vertaler. Hij werd op 14 januari 1937 geboren in de buurt van Haarlem.. In zijn eerste periode schreef hij vooral essays. In de jaren 60 vertaalde hij gedichten van verschillende Zweedse dichters. Hij had al vele prijzen gewonnen maar in 1984 werd hij bekend onder het grotere publiek met het boek “Hersenschimmen”. Het boek werd zo’n half miljoen keer verkocht in Nederland en Vlaanderen. Het werd ook in meer dan 10 andere talen vertaald.
Mening:
Ik vindt het een mooi maar ook zielig verhaal, het is hoe het in het echte leven ook gaat. Ik zou het boek aan iedereen aanraden, ook vindt ik het een erg ingrijpend verhaal. Dit komt omdat je nu pas ziet hoeveel er bij komt kijken als iemand dement wordt. Ik heb zelf gelukkig niemand in mijn familie die het is of er verschijnselen van vertoond, dus dit was een mooie inkijk van het leven hoe het is om te leven met een dement persoon. Soms staan er moeilijke woorden in, maar deze hoef je niet te weten om het verhaal te begrijpen. Als je niet weet waar het boek over gaat is het lastig om de titel te achterhalen, maar als je de achterkant leest wordt dit al snel duidelijk. Het is moeilijk om er aan te beginnen, maar als je er eenmaal aan begonnen bent heb je het zo uit.
Bronnen:
https://www.scholieren.com/verslag/zekerwetengoed/hersenschimmen-j-bernlef
https://www.scholieren.com/verslag/zekerwetengoed/hersenschimmen-j-bernlef