Evenwichtsconstante

Zoals we hebben gezien is de omzetting van N2O4 in NO2 niet aflopend, maar resulterend in een evenwichtstoestand met constant blijvende concentraties:

In onderstaande tabel staan de gegevens van vijf experimenten waarbij gestart wordt met verschillende beginconcentraties van N2O4 en/of NO2.
 

Experiment

bij 25 oC

Beginconcentratie (M)

Evenwichtsconcentratie (M)

K

[N2O4]

[NO2]

[N2O4]

[NO2]

[NO2]2/[N2O4]

1

0,0400

0,0000

0,0337

0,0125

0,00464

2

0,0000

0,0800

0,0337

0,0125

0,00464

3

0,0600

0,0000

0,0522

0,0156

0,00466

4

0,0000

0,0600

0,0246

0,0107

0,00465

5

0,0200

0,0600

0,0429

0,0141

0,00463

 
Bij de experimenten 3-5 treden andere evenwichtssconcentraties van N2O4 en van NO2 op dan bij de
experimenten 1 en 2. Maar in alle experimenten is er een bepaald verband tussen de evenwichtsconcentraties.
In de laatste kolom zien we dat in de evenwichtstoestand de breuk [NO2]2/[N2O4] een constante waarde heeft van 4,64 ´ 10-3. Deze waarde noemen we de (empirische) evenwichtsconstante (K).
De breuk [NO2]2/[N2O4] noemen we, ook als het systeem niet in evenwicht is, de concentratiebreuk (Qc).
De concentratiebreuk is direct af te leiden uit de (evenwichts)reactievergelijking.
De concentratie van de stof rechts van de evenwichtspijl staat in de teller.
In de noemer staat de concentratie van de stof links van de evenwichtspijl.
De coëfficiënten in de reactievergelijking staan als exponenten in de concentratiebreuk. 

 

Algemeen

Op basis van een groot aantal experimenten aan verschillende reversibele reacties is vastgesteld dat voor de algemene evenwichtsreactie

in de evenwichtstoestand geldt dat de concentratiebreuk een constante waarde heeft:

(bij afspraak staan de producten in de teller en de beginstoffen in de noemer; de coëfficiënten in de reactievergelijking verschijnen als exponenten in de concentratiebreuk).