Verschuiving evenwicht

De ligging van een evenwicht kan veranderen door invloeden van buitenaf (verstoringen). We zeggen dan dat het evenwicht verschuift.
Hierdoor is er in de nieuwe evenwichtstoestand een wijziging opgetreden in de hoeveelheden van de aanwezige stoffen.
We vergelijken dus twee toestanden: het oorspronkelijke evenwicht en het evenwicht dat is ingetreden nadat de storing op het systeem heeft plaatsgevonden.
 
Voor elk systeem dat in een dynamisch evenwicht verkeert, gelden de regels van Le Chatelier en Van 't Hoff.
Deze regels zijn proefondervindelijk en hiermee kunnen we het effect van verstoringen voorspellen.
Onder verstoring of dwang verstaan we bij chemische evenwichten een verandering in concentratie of temperatuur, die door uitwendige oorzaken plaats vindt. Met behulp van de evenwichtsvoorwaarde, Qc = K, kunnen we het effect van deze verstoringen bewijzen.
We behandelen een aantal manieren waarop we de evenwichtsligging van homogene evenwichten kunnen beïnvloeden. Het maakt daarbij niet uit of het gaat om gasreacties of reacties tussen deeltjes in oplossing. Heterogene evenwichten komen aan de orde in het onderdeel 'Heterogene evenwichten'
 
Het evenwicht is naar de kant van de reactieproducten verschoven (naar rechts), als de heengaande reactie na de storing van buitenaf tijdelijk de overhand heeft gehad. Het evenwicht is naar de kant van de beginstoffen verschoven (naar links), als na de storing van buitenaf de teruggaande reactie tijdelijk de overhand heeft gehad.
 

Principe van Le Chatelier en Van 't Hoff

De verschuiving van het evenwicht is te voorspellen met de (empirische) regels van Le Chatelier en Van 't Hoff: een systeem in evenwicht zal bij een verstoring zó veranderen, dat het effect van de verstoring minimaal is. In deze paragraaf gaan we er nader op in en passen we dit principe toe voor: 
  1. toevoegen of onttrekken van een stof;
  2. volumeverandering (bijvoorbeeld door samenpersen of verdunnen);
  3. temperatuurverandering;
  4. effect van een katalysator.