De snelheid van een reactie is een maat voor de hoeveelheid stof die per tijdseenheid wordt omgezet of gevormd. Om de reactiesnelheid onafhankelijk van de omvang van het systeem te maken drukken we de vermeerdering of de vermindering van de hoeveelheid stof uit in de verandering van de concentratie van de stof. In formule:
= gemiddelde reactiesnelheid gedurende het tijdsinterval , mol.L-1.s-1 = concentratieverandering van stof X, mol.L-1 = tijdsinterval, nodig voor de concentratieverandering, s.
De reactiesnelheid bepalen we door concentratieveranderingen te meten als functie van de tijd.
Indien sprake is van een toename in de concentratie, dus als stof X wordt gevormd, heeft de reactiesnelheid een positieve waarde. Als de concentratie afneemt, dus als stof X wegreageert, heeft de reactiesnelheid een negatieve waarde.
Deze manier om de reactiesnelheid in een formule uit te drukken geldt overigens alleen voor homogene systemen. Dit zijn systemen waarin alle stoffen op moleculair niveau gemengd zijn: de stoffen verkeren in één fase. Reacties in de gasfase en reacties tussen deeltjes in oplossing zijn homogeen.
Het meten van reactiesnelheden en de invloed van de reactie-omstandigheden op die snelheid is onderwerp van de reactiekinetiek.
Voorbeeld
Voor de reactiesnelheid kunnen we elke concentratieverandering met de tijd kiezen. Uit de reactievergelijking volgt dat 2 mol NO is ontstaan en 2 mol NO2 is verdwenen voor elke mol gevormd O2. Daarom is de vormingssnelheid van O2 de helft van de vormingssnelheid van NO en de helft van de ontledingssnelheid van NO2:
We kunnen bij het gebruik van deze definitie van de reactiesnelheid dus niet spreken over de reactiesnelheid, maar moeten aangeven op welke deeltjessoort de grootheid betrekking heeft.