Gelijknamig ioneneffect

De concentratiebreuk noemen we het ionenproduct:

Qc = [Ca2+(aq)].[F-(aq)]2

Ks is de maximale waarde die het ionenproduct kan aannemen in water.

Er zijn drie mogelijkheden:

Als Qc < Ks, is er geen evenwicht, de oplossing is onverzadigd.
Als Qc = Ks, is er evenwicht, de oplossing is precies verzadigd.
Als Qc > Ks, is er geen evenwicht, de oplossing is oververzadigd. Het zout zal (gedeeltelijk)
neerslaan, tot de waarde van Qc weer gelijk is aan die van Ks.
 
In BINAS tabel 46 staan de oplosbaarheidsproducten van een aantal verschillende zouten.
Ks is constant bij constante temperatuur. Uit ervaring weten we dat veel zouten beter oplossen bij hogere temperatuur. Voor die zouten neemt Ks dus toe bij temperatuurstijging.
Als je aan een verzadigde oplossing van MgF2 wat natriumfluoride toevoegt, neemt de fluorideconcentratie daardoor toe. Het evenwicht:
 
 

verschuift naar de kant van het vaste MgF2: er zijn in de nieuwe evenwichtstoestand minder Mg2+-ionen dan in de begintoestand.
Zo kunnen we ook beredeneren dat in een oplossing van natriumfluoride minder MgF2 oplost dan in zuiver water.
We noemen dit wel het gelijknamig-ion-effect: een oplossing van natriumfluoride bevat F--ionen, die ook in de evenwichtsreactie voorkomen. Door de hoge [F-] in de oplossing kan slechts weinig magnesiumfluoride in oplossing zijn, omdat het ionenproduct al bij een zeer lage [Mg2+] gelijk is aan het oplosbaarheidsproduct.

Afnemende oplosbaarheid door gelijknamig-ioneffect
Bron: McMurry & Fay, Chemistry