Elektrochem. stroombronnen

 

Elektrochemische stroombronnen

In principe kunnen we elke exotherme redoxreactie gebruiken in een elektrochemische stroombron (cel of batterij). Om praktische redenen worden slechts enkele combinaties toegepast.
We kunnen onderscheid maken tussen twee typen elektrochemische stroombronnen:

  • Batterij (of accu). Een batterij bestaat in principe uit een aantal elektrochemische cellen in serie geschakeld, om hogere spanningen te krijgen. Een enkele cel noemen we in het dagelijks leven vaak ook een batterij. In een batterij is een bepaalde hoeveelheid van een reductor en een oxidator verwerkt, die in een batchproces met elkaar reageren. We onderscheiden batterijen voor éénmalig gebruik (bijvoorbeeld de alkaline batterij) en oplaadbare batterijen (bijvoorbeeld de loodaccu en de nikkel-cadmium batterij).
  • Brandstofcel. Hierin treedt een continuproces op: er is een voortdurende aanvoer van oxidator en reductor. In theorie is de levensduur van de cel onbeperkt
De alkaline batterij is tegenwoordig de meest gebruikte niet-oplaadbare batterij. De bronspanning van deze batterij is ongeveer 1,5 volt.
De negatieve pool bestaat uit een pasta van zinkpoeder (reductor) en zit in het midden van de cel. De positieve pool bestaat uit een pasta van mangaan(IV)oxide (oxidator) en grafiet en een metalen huls. De elektrolyt is een geconcentreerde oplossing van KOH, die door een bindmiddel tot pasta is gemaakt (waarin zich het zinkpoeder bevindt). Hierdoor loopt de cel niet leeg bij een lek of kleine beschadigingen en we spreken van een droge batterij.
 
Tijdens stroomlevering verlopen de volgende halfreacties: