Beschermende laag

Fosfateren

Door ijzer te behandelen met een oplossing van ijzer(III)diwaterstoffosfaat ontstaat een ondoorlatende laag van ijzer(III)fosfaat:

Deze laag is weliswaar niet bestand tegen krassen, maar vormt een goede hechting voor lak. Hierdoor kan als de laklaag beschadigd raakt, het roesten zich niet onder de laklaag voortzetten. Deze methode passen we vooral toe in de auto-industrie.
 

Laagje van een ander metaal

Een andere beschermingsmethode is het bedekken met een dunne laag van een ander metaal, zoals zink, tin, chroom en nikkel. Deze metalen vormen een sterk en ondoorlatend oxidelaagje, dat het onderliggende metaal beschermt. Tin, chroom en nikkel reageren bovendien heel langzaam met zuurstof. Door de oppervlakken te polijsten wordt aantasting verder vertraagd. De oxidehuid is dun en doorzichtig, waardoor de metaalglans behouden blijft.
 
Roestvrij staal is een legering van ijzer, chroom en nikkel. De corrosiebestendigheid van de legering berust op de laag chroomoxide.
 
Blik is dun plaatstaal, dat bedekt is met een laagje tin. Dit wordt vrijwel niet aangetast door zure levensmiddelen. Tin is een van de heel weinige metalen waarvan nog geen toxische effecten zijn vastgesteld.
 
Gegalvaniseerd ijzer is elektrolytisch bedekt met een laagje zink. Het zink kan ook aangebracht worden door het ijzeren voorwerp te dompelen in vloeibaar zink (vuurverzinkt ijzer).
 
Als door een kras de beschermende metaallaag plaatselijk is verdwenen, zal blik op die plaats snel roesten en gegalvaniseerd ijzer niet. Zodra er water in de kras komt, ontstaat een elektrochemische cel, met zuurstof als oxidator. Bij de ijzer-tin combinatie is ijzer de reductor (ijzer is minder edel is dan tin) en gaan Fe2+-ionen in oplossing. We spreken van contactcorrosie. Contactcorrosie treedt op als twee metalen met elkaar in contact staan en blootgesteld worden aan water en zuurstof: het metaal met de laagste redoxpotentiaal gaat dan in oplossing 'ten gunste' van het andere.

 
Links: verkoperd ijzer met beschadigde koperlaag
Rechts: gegalvaniseerd ijzer met beschadigde zinklaag
Bron: Petrucci, General Chemistry


Bij de ijzer-koper combinatie is ijzer de reductor en gaan Fe2+-ionen in oplossing. Het ijzer roest, vergelijkbaar met beschadigd blik.

Bij de ijzer-zink combinatie is zink de reductor en gaan Zn2+-ionen in oplossing. Er vormt zich een nieuwe laag zinkoxide en het proces stopt. Zolang de beschadiging van de zinklaag niet te groot is, zal het ijzer niet of nauwelijks roesten.