Iets kan wel of niet gebeuren.
De kans dat het wel gebeurt, geef je vaak aan met een percentage.
Als het zeker is dat iets gebeurt, is de kans .
Je gooit een munt op. Dan kun je kop of munt gooien. Er zijn dus twee mogelijkheden.
De kans op ‘kop’ is 1 op de 2, dus of als percentage 50%.
Voor de kans op ‘munt’ geldt hetzelfde.