Analyse
Titel: Terug naar de kust
Schrijfster: Saskia Noort
Thema: Angst
Personages: Maria is de hoofdpersoon in het boek en bijpersonen zijn Geert, Merel, Wolff, Ans, Steve, Martin, Victor en Harry.
Perspectief: Het is een Ik-vertelsituatie. Maria is de ik-persoon die het verhaal aan ons verteld. Je ziet het verhaal vanuit haar ogen.
Tijd: de tijd van het boek is van nu. Het verhaal duurt ongeveer een half jaar.
Ruimte: Het verhaal speelt zich eerst af in Amsterdam, in het huis van Maria waar ze met haar kinderen woont. Omdat ze bedreigt word en daardoor gaat ze zich niet meer veilig voelen in haar huis. Dus ze besluit om in te trekken bij haar zus Ans samen met haar kinderen.
Einde: Op het einde komt Maria er achter wie haar bedreigt. Het is haar eigen zus Ans.
Samenvatting:
Maria, de hoofdpersoon woont in Amsterdam met haar twee kinderen, Wolf en Merel. Ze heeft een relatie met Geert, de vader van Wolf, maar het gaat niet meer zo goed tussen Maria en Geert. Als Maria merkt dat ze weer zwanger is van Geert, besluit ze het kind weg te laten halen en verbreekt ze de relatie met Geert. Steve, de vader van Merel heeft ze al tijden niet meer gezien, hij is meegenomen door de politie en daarna heeft ze geen contact meer met hem gehad. Door Steve is Maria zangeres geworden, hier kan ze al haar energie in kwijt.
Vijf dagen na de abortus vindt Maria een kaartje in de bus. Het kaartje is een bedreiging die te maken heeft met haar abortus. Ze weet niet wie het gedaan heeft, maar ze verdenkt Geert. Later komt ze erachter dat Geert zoiets nooit zou doen. Maria heeft schuldgevoelens over haar abortus en ondertussen wordt ze steeds erger bedreigd. Haar stalker stuurt haar foto’s van ongeboren baby’s en later tijdens een concert krijgt ze een pakje opgestuurd met een dode rat erin.
Maria is erg bang door de bedreigingen en besluit om de politie in te lichtten. Als ze merkt dat de politie eigenlijk niets voor haar kan doen gaat ze snel weer weg. Als ze naar huis fietst merkt ze dat ze achtervolgd wordt, het blijkt Steve te zijn. Hij is terug uit Amerika en wil een afspraak maken om zijn dochter weer een keer te zien.
Een paar dagen later gaat ’s morgens de deurbel en staat er een begrafenisondernemer aan de deur die gebeld zou zijn door Petra Vos, de moeder van Maria die al lange tijd geleden overleden is. De moeder van Maria was een psychoot. De vrouw aan de telefoon had gezegd dat Maria overleden was. Maria wordt nu heel erg bang en besluit om iemand anders in te lichtten dan de politie. Het eerste wat in haar opkomt is haar zus, waar ze weinig contact mee heeft en niet zo goed mee kan opschieten. Waarschijnlijk is ze alleen bij haar zus veilig.
Maria vlucht met haar kinderen naar haar ouderlijk huis, waar haar zus, Ans woont. Martin, de man van haar zus is een tijdje geleden plotseling verdwenen, weggelopen van huis, volgens Ans. Als ze eindelijk een beetje gewend is in het huis van haar zus, krijgt ze een telefoontje van de politie waarin de politie verteld dat haar huis afgebrand is. De politie zegt dat Maria het gas aan had laten staan en denkt dat Maria een beetje gek aan het worden is. Ook haar zus wil Maria naar een psychiater brengen. Diezelfde dag nog wordt Maria wakker in een bed, badend in het zweet en met een dik oog. Haar zus zit beneden samen met Victor, een collega. Maria merkt dat er iets niet klopt en vraagt wat er gebeurd is. Maria heeft zichzelf verwond en was zichzelf niet meer, volgens haar zus. Maria snapt er niets van en denkt nu zelf ook dat ze gek wordt.
Maria krijgt medicijnen. Na al die rare dingen die gebeurd zijn verdenkt Maria nu de man van haar zus, Martin. Martin had toegang tot het huis, hij regelde de financiële zaken van Maria en hij weet over haar verleden. Op een dag staat er een man voor de deur, ene Harry Meninga, een zakenpartner van Martin. Martin is volgens Harry met een heleboel geld verdwenen, ook geld dat niet van hem is. Maria en Martin spreken af om nog een keer af te spreken, om alles nog een keer duidelijk te bespreken.
Maria besluit om nog een keer terug te gaan naar Amsterdam, om bij haar huis te kijken. Als ze bij de politie langsgaat, blijkt dat haar zus ook bij de politie is geweest. De politie denkt dat Maria gek is geworden. Na het gesprek belt Maria Harry op om te vragen of hij samen met haar het kantoor van Martin wil onderzoeken, ze blijft eerst bij hem slapen. In de prullenbak van Martin vindt Maria een briefje met een webadres van een abortussite. Plotseling krijgt ze een klap op haar hoofd, wordt bewusteloos geslagen en als ze wakker wordt ligt ze vastgebonden op een bed en krijgt pillen en injecties en valt steeds in diepe slaap. Als ze wakker wordt ligt ze opeens in de kofferbak van een auto. Als de kofferbak opengaat ziet ze wie achter alle ellende zit; Ans, haar zus. Ze sleept haar mee en verteld haar waarom ze Maria dood wil hebben, ook verteld ze dat ze Martin en Harry heeft vermoord en dat Maria de volgende zal zijn.
Maria weet zich los te rukken en pakt het pistool van Ans af. Gelukkig staat Victor achter Maria en pakt het pistool af. Ans wordt opgepakt en Maria wordt meegenomen in de ambulance. Als de kinderen de volgende dag op bezoek komen met Geert, hebben ze kaalgeschoren hoofdjes, Ans had dit gedaan. De rechercheur komt ook op bezoek, hij bied zijn excuses aan en legt uit wat er met Maria gebeurd is. Maria gaat nog één keer bij Ans op bezoek, ze zegt haar goed de waarheid en drukt ze haar laatste sigaret uit.
Mening:
Ik vond het een erg leuk boek. Ik lees normaal weinig boeken en had nog nooit een thriller gelezen. Mijn indruk over een thriller was gelijk goed. Vond het erg interresant verhaal en hoe het verteld werd. Alleen kon ik niet begrijpen hoe de zus van Maria zo iets vreselijks kon doen, omdat het toch haar zus is. Maria dacht dat ze Ans kon vertrouwen en daarom ging ze bij haar intrekken. Maar schijn bedriegt, Ans maakte gewoon misbruik van haar situatie. Maria gewoon alles toe vertrouwen aan Ans en eindstand doet Ans zo iets. Maar vond wel een goed einde hebben. Maria was achtergekomen wie het geweest is en kan weer rustig verder leven zonder enkele bedreigingen.