Stap 1 - Regelkringen en glucose

Opdracht 1 Diabetes in jouw omgeving
Ken je mensen met diabetes?
Vraag hen wat het betekent om diabetes te hebben en wissel de ervaringen uit in de klas.
Vat klassikaal samen wat je na de introductie al weet over diabetes.

In de eerste module Aan de start heb je kennis gemaakt met verschillende regelmechanismen die je lichaam heeft om ervoor te zorgen dat je interne milieu steeds zo optimaal mogelijk is. Het vermogen van het lichaam om het interne milieu constant te houden, ondanks veranderingen in de omgeving noem je homeostase. Het woord is afkomstig van de Griekse woorden homoio en stasis die respectievelijk gelijksoortig en toestand betekenen.

Opdracht 2 Regelkringen
In viertallen.
Je hebt in de vorige module regelkringen bestudeerd voor het constant houden van:

Ieder tekent een van de regelkringen en legt deze aan de andere leerlingen uit.
Raadpleeg zo nodig:

KB: Regelkringen

Opdracht 3 Eetgedrag

  1. Je hebt in de vorige module ook een regelkring bestudeerd die het eetgedrag regelt.
    1. Wat zijn de receptoren voor deze regelkring?
    2. Waar bevindt zich het controle centrum?
    Kijk je antwoorden zo nodig na in de kennisbank.
  2. De belangrijkste brandstof voor cellen is glucose.
    Noem vijf voedingsmiddelen waarmee jij glucose opneemt.
  3. Mensen eten niet de hele dag.
    Maar hun cellen hebben wel de hele dag brandstoffen nodig.
    Hoe zou je dat op kunnen lossen?
    Hier volgt een aantal mogelijkheden.
    1. Bedenk van elke mogelijkheid tenminste één nadeel.
    2. Eten op het moment dat het lichaam brandstof nodig heeft
    3. Voedsel gedeeltelijk verteren en opslaan in het maagdarmkanaal.
    4. Voedsel zo snel mogelijk verteren en voedingsstoffen opslaan in het bloed.
    5. Voedingsstoffen direct in de cellen opnemen via doorlaatbare celmembranen.
    6. Voedingsstoffen opslaan in een orgaan