Stap 2

Wat kan er mis gaan?
De regelkring van suiker die je in stap 1 hebt geleerd is kwetsbaar.
Op welke punten zou het mis kunnen gaan?

Opdracht 1 Diabetes type I en II
Je hebt gelezen dat er twee typen diabetes zijn.
Zoek uit wat er mis gaat bij iemand met diabetes type I en type II.
Beantwoord dan de vragen:

  1. Maak de oefening "Diabetes type I en II" onderaan de pagina.
  2. Een van de complicaties van diabetes is beschadiging van zenuwweefsel.
    Waardoor loopt juist zenuwweefsel snel schade op?

Opdracht 2 Tekort aan glucose?

  1. Als de cellen niet genoeg glucose op kunnen nemen, gaan ze over op een noodscenario.
    Uit welke stoffen kunnen ze zo nodig energie halen?
  2. Wat merk je aan iemand die veel vetten verbrandt?
  3. Merk je ook iets aan iemand die veel eiwitten verbrandt?
    Zoek hier het antwoord: Folder Ketonen en diabetes - www.bayerdiabetes.nl
  4. Als de cellen niet genoeg suiker kunnen opnemen, blijft de osmotische waarde van het bloed hoog.
    Welke gevolgen heeft dat voor het drinkgedrag?
  5. Beredeneer in vier stappen welke gevolgen dit heeft voor de geproduceerde urine.

Opdracht 3 Hypo of hyper?
Een te laag bloedsuikergehalte wordt wel een hypo genoemd, te hoog een hyper.

  1. Teken voor een gezond iemand een regelkring waarin een hypo voorkomt.
    Vergelijk je schema met een medeleerling
  2. Wat kan een diabetespatiënt doen bij een hyper?
    1. Meer insuline spuiten.
    2. Iets met koolhydraten eten.
    3. Gaan bewegen.
    4. Minder insuline spuiten.
  3. Iemand met diabetes wil gaan sporten. Wat moet hij van te voren doen?
    1. Meer insuline spuiten.
    2. Een boterham extra eten.
    3. Minder insuline spuiten.
    4. Meer vetten eten.
  4. Kan een diabetespatiënt alcohol drinken?
    Zoek hier het antwoord.
    Wissel de gevonden antwoorden uit in de klas.

Opdracht 4 Regeling
Teken de manier waarop de hoeveelheid schildklier-hormoon in het bloed wordt geregeld.
Vergelijk deze regeling met de regeling van de hoeveelheid insuline in het bloed.
Wat is het belangrijkste verschil?

Opdracht 5 Regelkringen
Herhaal kennisbank:

KB: Hormonale regeling van man en vrouw

Teken de beide regelkringen en vergelijk deze met de regeling van het insuline gehalte van het bloed.
Gebruik eventueel ook de animaties op Bioplek.

Opdracht 6 Glucose en stress
Ook stress kan ervoor zorgen dat de bloedglucosespiegel stijgt.
Een voetbalwedstrijd, een proefwerk of een ruzie?

  1. Welke hormoonklieren en welke delen van het zenuwstelsel worden in zo’n situatie actief?
    1. Parasympatisch zenuwstelsel en en bijnieren
    2. Sympatisch zenuwstelsel en bijnieren
    3. Parasympatisch zenuwstelsel en schildklier
    4. Sympatisch zenuwstelsel en schildklier
  2. Welk effect zal adrenaline hebben?
    1. Het verlaagt het bloedsuikergehalte door het opslaan van glucose en het verhoogt de hartslag
    2. Het verhoogt het bloedsuikergehalte door het omzetten van glycogeen en het verlaagt de hartslag
    3. Het verhoogt het bloedsuikergehalte door het omzetten van glycogeen en het verhoogt de hartslag
    4. Het verlaagt het bloedsuikergehalte door het opslaan van glucose en het verlaagt de hartslag