Het verhaal begint met het feit dat Ellen en Armin er achter komen dat Armin al zijn hele leven onvruchtbaar is geweest en dat hij zodoende nooit de vader kan zijn van zijn zoon Bo die al 13 jaar oud is. Ellen is zijn vriendin, de moeder van Bo is Monika en zij is enkele jaren daarvoor gestorven. Armin wil persé weten wie de echte vader is van zijn zoon. Hij maakt daarvoor een lijstje van personen die wel eens de vader van Bo zouden kunnen zijn. In de tussentijd vertelt hij niets aan Bo (die is nog in de "waan" dat Armin zijn vader is) en Ellen, omdat hij het niet nodig vindt dat zij weten dat hij een speurtocht begint.
De eerste die op het lijstje van Armin staat, is de ex van Monika, Robbert Hubeek. De twee mannen hebben elkaar nooit echt gemogen en dat blijkt ook wel, want het gesprek is niet echt gezellig. Robbert vertelt Armin uitgebreid over de seksuele dingen die hij met Monika heeft uitgespookt.
Als Armin terugkomt van Robbert, denkt hij terug aan de nacht waarin hij dacht dat Bo verwekt was. Monika en hij waren met de auto in het Amsterdamse Bos geweest, waar ze zijn betrapt door twee politieagenten.
De volgende mogelijke "dader" (zo omschrijft Armin degene die het gedaan zou hebben) is de huisarts van Monika. Hij maakt een afspraak met hem, maar de huisarts beweert nooit iets met Monika te hebben gedaan. Wel (opmerkelijk genoeg!) geeft hij toe dat er wel eens het één en ander gebeurt in de praktijk, maar met Monika was zoiets nooit voorgevallen.
De volgende en laatste op het lijstje van mogelijke verdachten is Nico Neerinckx, een ex-collega van Monika. Hij past op alle punten in het "profiel" wat Armin voor ogen heeft. Met zijn beste vriend Dees overlegt Armin wat hem te doen staat.
Uiteindelijk weet hij met een rotsmoes kennis te maken met de vrouw van Nico en hij hoort haar helemaal uit. Eigenlijk alles wat hij te weten komt past binnen zijn profiel van de dader. Wat hij wil doen weet hij niet, hij denkt aan een moord op Nico of hij wil zijn vrouw verkrachten, maar beide dingen doet hij niet.
Armin en Bo besluiten samen een weekend eruit te gaan, naar Ameland. Ze wandelen op het strand en daar ontmoeten ze een groepje jongeren van Bo's leeftijd. Er is een meisje met een zwarte pet bij, die Bo wel leuk lijkt te vinden. 's Avonds gaan ze samen op stap en als Armin dronken thuis komt, vindt hij het-meisje-met-de-zwarte-pet bij Bo in bed. In zijn dronken bui schreeuwt hij dat Bo niet zijn zoon is.
Zodra ze weer thuis zijn komt de vader van Armin te overlijden. Als hij in het huis van zijn vader aan het opruimen is, vindt hij een briefje met daarop de tekst "Ik ben zwanger. M.". Hij weet direct wat dit betekent: zijn vader is de "dader", hij heeft Monika zwanger gemaakt en is dus de vader van Bo. Bo is dus zijn halfbroer. Op het moment dat hij thuiskomt, ligt er op tafel een brief voor Ellen, die ze aan Bo heeft laten lezen. Ook hij weet inmiddels hoe het gegaan is. Armin wil nu een stuk lopen, Ellen gaat met hem mee en vertelt alles wat ze weet. Zij heeft het al die tijd al geweten, maar heeft hem die pijn willen besparen. Na een tijd komt Bo met het idee om de as van de vader van Armin uit te strooien over het graf van Monika om de moeilijke tijd af te sluiten en weer verder te gaan met hun leven.
Door deze verhaallijn loopt een tweede. Deze vertelt het leven van Armin met Monika voor haar dood. Armin verteld hoe ze hun zoontje Bo kregen en hem opvoedden. Ook vertelt hij van haar dood en de eerste weken daarna. De tweede verhaallijn bestaat dus uit flashbacks.
Analyse
Motto
From the start
Most every heart
That's ever broken
Was because
There always was
A man to blame
Dolly Parton ('It Wasn't God Who Made Honky-tonk Angels')
Hoofdpersonen
De hoofdpersoon in het boek is Armin. Armin is in de dertig jaar. Van beroep is hij corrector bij een wetenschappelijke uitgeverij. Dit is van extra betekenis voor het verhaal: hij is een geboren rechtzetter, en uitgerekend die blijkt toegerust met een spelfout in zijn genen. Hij is tevens liefhebber van biochemische weetjes en feitjes. Hij is qua karakter erg wantrouwend, hij verdenkt iedereen er van de biologische vader van Bo te zijn, zelfs zijn eigen huisarts. Daarbij komt nog eens dat hij altijd de waarheid wil weten.
Bijpersonen
De bijpersonen zijn Bo, Monika, Ellen, Dees en de ouders van Monika en Armin zelf.
· Bo is de vermeende zoon van Armin en Monika. Tot op het einde van het boek is het niet duidelijk wie de biologische vader van hem is. Hij is in het boek rond de dertien jaar oud. Er wordt meer over zijn leven verteld, over de tijd voor Monika’s dood, vanaf dat hij ongeveer drie jaar oud was.
· Monika is de vroegere vriendin van Armin. Ze is gestorven aan een hersenvliesontsteking, in het boek toen jaar geleden. Hierdoor moet Armin voor Bo zorgen.
· Ellen is de tegenwoordige vriendin van Armin. Ze is tevens een vroegere vriendin en collega van Monika. Zij heeft Armin uit zijn rouwperiode om Monika gehaald, een periode waarin hij veel dronk, en ‘s nachts altijd op stap was. Zij en Armin voeden nu samen Bo op.
· Dees is de beste vriend van Armin aan wie Armin zijn avonturen verteld die hij beleeft in de zoektocht naar de biologische vader van Bo. Dees is vastbesloten de evolutietheorie van Darwin omver te werpen, en houdt Armin op de hoogte van zijn kritiek op deze theorie.
· De ouders van Armin en Monika komen minder vaak voor in het boek. Vooral de ouders van Monika komen weinig voor omdat Armin het niet zo opheeft met die mensen. Alleen de vader van Armin speelt een grotere rol in het boek omdat hij de biologische vader van Bo is, en omdat hij in de ogen van Armin een ‘alleskunner’ is, wat Armin zelf niet is, omdat hij zijn enige grote liefde heeft laten gaan.
Motieven
‘vatersuch-motief’
Normaal geeft dit motief weer dat een kind op zoek is naar zijn of haar vader. Maar in dit verhaal is een man op zoek naar de vader van zijn kind. Dit motief is het enige wat Armin staande houdt tijdens zijn zoektocht.
Perspectief
Het perspectief ligt bij Armin. Hij is de ik-verteller. Hierdoor leer je zijn gedachten en gevoelens goed kennen. Het perspectief is eenvoudig, je ziet de gebeurtenissen door de ogen van één persoon. Het effect is dat het verhaalwanhopiger wordt, Armin is immers wanhopig om de echte vader van Bo te vinden.
Tijd
Het verhaal speelt zich in de tegenwoordige en verleden tijd af. De verleden tijd vertelt het verhaal van de relatie tussen Monika en Armin. De tegenwoordige tijd vertelt de speurtocht van Armin naar de biologische vader van Bo.
De vertelde tijd loopt ongeveer vanaf het begin van de relatie tussen Armin en Monika tot de ontdekking van de echte vader van Bo, ongeveer 15 jaar.
Het boek is niet chronologisch opgebouwd. Dit komt doordat Armin herinneringen heeft aan de tijd dat hij een relatie met Monika had. Je leest mee met de gedachten van Armin zodat je vanzelf meegaat in zijn verleden. Er zijn dus veel flashbacks in het verhaal.
Ruimte
De plaats waar het verhaal zich voornamelijk afspeelt is Amsterdam. Hier woont Armin met Ellen en Bo, maar hier heeft hij ook met Monika gewoond. Enkele hoofdstukken spelen zich af op Ameland, waar Armin en Bo op vakantie zijn.
Titelverklaring
De titel ‘De passievrucht’ wordt gebruikt in de betekenis van een baby, een vrucht die uit passie wordt geboren. Bo is deze passievrucht.
Thema
Het thema van het boek is twijfel aan het vaderschap. Maar ook het achterhalen van de waarheid over je kind.
Hier kom je al lezend achter door heel veel flashbacks over de opvoeding van Bo, welke toch verre van normaal is.
Stijl
De taal in het boek was niet moeilijk. Over het algemeen was alles goed te begrijpen. Alleen als Armin stukken van zijn werk als corrector voor een wetenschappelijke uitgeverij gaat citeren, is de tekst niet te begrijpen voor iemand die niet thuis is in dat vak.
Ook de stukken die hij leest in het voorwetenschappelijk Evangelie van Philippus waren wat moeilijker om te lezen.
Het boek bevat veel dialogen, vooral tussen Armin en zijn beste vriend Dees.
Beeldspraak komt in het boek niet voor. Ik heb me goed kunnen inleven in het verhaal, mede door het makkelijke taalgebruik, zoals ik dat zelf ook gebruik in het dagelijks leven.