Boek 4 - een schitterend gebrek

Boek 4 eigen verslag

 

Bron: https://www.scholieren.com/verslag/zekerwetengoed/een-schitterend-gebrek-arthur-japin

Titel: Een schitterend gebrek

Schrijver: Arthur Japin

Uitgeverij: de arbeiderspers

Samenvatting:

I: Het voordeel van de liefde

In 1758 leeft Lucia in Amsterdam: vooral de Franse chevalier Seingalt wil haar hart en vertrouwen winnen als zij samen uitgaan. Maar Lucia is gekwetst door de liefde en wijst hem af.

Ze werd geboren in 1728 en woonde op het Italiaanse landgoed Pasiano van de gravin van Montereale. Lucia’s ouders zijn bij haar in dienst als hoofd van de huishouding. Lucia groeit op in een vredige omgeving en wordt het lievelingetje van de gravin. Haar leven verandert als de dochter van de gravin gaat trouwen en er een groot feest gegeven wordt. Lucia is dan veertien en ontmoet de broers Francesco en Giacomo Casanova. Ze sluit vriendschap met de zestienjarige Giacomo en brengt elke ochtend op zijn kamer tijd met hem door. Hij heeft rechten gestudeerd en heeft priesterwaardigheid. Na de feestdagen beseft Lucia dat ze hem niet kwijt wil en mag Giacomo van de gravin nog een maand blijven. Het duurt niet lang voor ze elkaar de liefde verklaren. Hij vertrekt om aan zijn toekomst te werken maar belooft het jaar daarop terug te komen en met haar te trouwen.

Ondertussen ontdekt Lucia in Amsterdam dat mijnheer Seingalt van oorsprong Italiaans is en in zijn jeugd ook gekwetst is door de liefde: hij verloor zijn hart aan een meisje en beloofde haar trouw, maar ze verdween.

 

II: Een schitterend gebrek

Terwijl Lucia de terugkomst van haar geliefde afwacht, krijgt ze privéles van monsieur De Pompignac, de voormalige leraar van de dochter van de gravin. Hij leert Lucia alles over literatuur, talen en etiquette. Als monsieur De Pompignac gegrepen wordt door de in Venetië heersende ziekte (pokken), is Lucia de enige die hem mag verzorgen totdat hij uiteindelijk overlijdt. Op de dag van de begrafenis draagt ze kleding die hij haar schonk, maar wordt daardoor zelf ook ziek. Na drie weken ontwaakt ze uit een soort coma (terwijl ze eigenlijk op het punt van sterven stond) en ontdekt dat haar gezicht totaal verminkt is door het openkrabben van de zweren. Omwille van Giacomo’s geluk liegt Lucia bij zijn terugkomst dat ze er met een dienstbode vandoor is gegaan. Ze maakt gebruik van de avances van graaf Antonio en gaat met hem naar bed in ruil voor geld. Zonder veel bagage verlaat ze het landgoed waar ze opgroeide en reist door Zuid-Italië.

Uiteindelijk settelt ze zich in Bologna, waar ze vanwege haar gezicht vernederd en gevreesd wordt; hiervoor leert ze zich echter af te sluiten. Na vele korte betrekkingen wordt ze huishoudster bij een rijk echtpaar, werkzaam in de anatomiewetenschap. Haar meesteres, signora Manzolini, is zeer feministisch en krijgt dagelijks bezoek van vrouwen die samen discussiëren over ethische zaken.

De Franse gravin Zélide toont speciale interesse in Lucia en bestempelt haar lelijkheid als een gebrek waar ze gebruik van kan maken. Lucia noemt zichzelf inmiddels Galathée de Pompignac. Zélide vraagt haar om als haar secretaris mee te reizen naar Napels. Lucia stemt toe, ondanks dat ze Zélides passie voor archeologie niet deelt. In Napels vinden ze een ondergrondse stad. Lucia beleeft hier in Napels haar eerste kater en laat de broers Vanuti van haar lichaam gebruik maken. Daarna reist ze met Zélide naar Venetië, ofwel de thuishaven van Giacomo.

Lucia onttrekt zich aan alle aandacht: pas in de periode dat iedereen gemaskerd door de stad gaat, treedt zij in het openbaar en vraagt naar haar geliefde, zonder haar identiteit te onthullen. Ze hoort van zijn broer Fransesco dat Giacomo in Turkije is om zijn geluk te beproeven en er vele minnaressen doorheen jaagt. Fransesco lijkt Lucia te herkennen, hoewel Lucia niets laat merken. Zélide blijkt erg ziek te zijn en Lucia is de enige die haar mag verzorgen. In de laatste periode van haar leven wordt Zélide steeds afstandelijker en heeft ze alleen nog oog voor haar wetenschappelijke experimenten. Na haar dood vertrekt Lucia naar het rijke Amsterdam. Het is dan 1749.

 

III: Theatrum amatorium

Op een donderdagavond spreekt Lucia (Galathée) in Amsterdam af met haar vriend Janisson. Tot haar verrassing en afgrijzen neemt hij haar echter mee naar het spinhuis, waar prostituees gestraft worden door aan het spinnewiel gezet te worden, voor het oog van pestend publiek. Tussen deze vrouwen is er één die Galathée lijkt te herkennen en haar ruw vastgrijpt terwijl ze tekeer gaat – ook zij is in haar gezicht verminkt en ze slaagt erin de sluier van Lucia’s (Galathées) gezicht te verwijderen zodat haar nog altijd lelijke gezicht zichtbaar wordt. Lucia wordt zich ervan bewust dat monsieur Seingalt en haar Giacomo één en dezelfde zijn, maar dat Seingalt zich niet bewust is van haar identiteit. Ze schrijft Giacomo een brief waarin ze hem toestemming geeft haar het hof te maken om te zien of hij werkelijk nooit het hart van een vrouw breekt, zoals hijzelf beloofde.

Lucia herinnert zich hoe zij in Amsterdam arriveerde en door haar lelijkheid en vrouw-zijn nergens werk kon krijgen. Nadat een professor haar betaalt voor tentoonstelling van haar verminkte lichaam, wordt ze prostituee. Na een korte tijd bij een pooier koopt ze zich vrij en wordt een meer verfijnde prostituee in het speelhuis, waar ze genoeg verdient om beter voor zichzelf te zorgen. Na een poos ontmoet Lucia de intelligente meneer Texira, die haar gratis onderdak en onderhoud geeft in ruil voor geanimeerde gesprekken over filosofie en literatuur, en zo af en toe een nacht samen. Hij en zijn vriend (die hetzelfde doet met een ander meisje, Danne genaamd) blijken joods te zijn. Drie dagen nadat Lucia dit ontdekt, worden ze alle vier gearresteerd wegens seksuele omgang tussen joden en christenen.Na anderhalve week opsluiting wordt Lucia veroordeeld tot twee jaar in het spinhuis.

Lucia krijgt van de vrijgekomen Texira geld en trekt samen met Danne in een appartement, levend van de prostitutie. Ze krijgt vaste klanten op vaste dagen van de week, maar blijft naar Giacomo verlangen.

In antwoord op de brief die Lucia hem stuurde, nodigt Giacomo haar uit voor een toneelvoorstelling. Lucia weet zich niet goed te gedragen en piekert over wat ze moet doen: haar ware identiteit blootgeven of hem in de waan laten van Galathée de Pompignac? Tijdens een diner na de voorstelling discussiëren de twee over de liefde en jeugd en het is voor Lucia duidelijk dat Giacomo niet meer dezelfde is. Ze blijft in haar rol en krijgt Giacomo zover dat hij met haar de nacht doorbrengt. In de periode hierna blijven zij samen, discussiërend, de liefde bedrijvend. Maar meer dan een fijn gezelschap lijkt het niet te zijn.

Als Giacomo vertrekt, doet Galathée alsof ze Lucia persoonlijk kent en laat hem in onwetendheid vertrekken. Als Giacomo kort daarop weer terugkeert, schrijft hij haar en vraagt haar om opheldering. Ze schrijft terug en vertelt hem dat hij de weddenschap der liefde heeft gewonnen. Ook zegt ze dat Lucia gekweld is door het leven, maar zo nu en dan in een muziekhuis in Amsterdam rondhangt. Vervolgens verkleedt ze zich op een avond in een voddenjurk, doet haar voile af en gaat zelf naar zo’n huis, waar ze zich weer als Lucia met Giacomo herenigt. Ze vertelt hem dat ze door de dienstbode verkracht, zwanger gemaakt en meegenomen werd, waarna hij haar in de steek liet. Giacomo verwijt het zichzelf, iets wat Lucia niet kan accepteren. Ze verbreekt het contact en ontvangt kort daarna van Giacomo als Seingalt een brief, gericht aan Galathée waarin hij zegt dat zij de weddenschap heeft gewonnen omdat hij weldegelijk Lucia’s hart brak. Hij geeft haar geld om Lucia te helpen en vertrekt zelf naar Parijs.

Lucia ontdekt dat ze zwanger is – ofwel van Giacomo, ofwel van Janisson. Kort na Giacomo’s vertrek gaat Lucia samen met Janisson – die haar kort daarvoor de liefde verklaarde – naar New York.

 

Personages

 

Lucia

 

Lucia is een jong, onschuldig naïef meisje van het Italiaanse platteland die door haar onbezorgde jeugd hard lijkt te worden aangepakt door het echte leven. Op het landgoed Pasiamo is ze het lievelingetje van de gravin en de dochter van de huishoudhoofden. Hier ontmoet ze ook de oudere Giacomo Casanova, met wie zij eerst hechte vriendschap sluit en aan wie zij vervolgens haar hart verliest. Als hij tijdelijk afwezig is om aan zijn toekomst te werken, wordt Lucia geveld door de vreselijke pokkenziekte en krabt zij haar gezicht van waanzinnige jeuk vrijwel geheel open. Lucia is bang dat ze Giacomo teleur zal stellen door haar uiterlijk en vlucht weg, hem met een gebroken hart achterlatend in de waan dat ze hem bedrogen heeft. Haar reis voert haar eerst verder naar Italië, waar ze bij een rijke familie terecht komt en vervolgens gezelschapsdame wordt van filosofe en archeologe Zélide, die haar de wijsheden des levens bijbrengt. Als Zélide overlijdt neemt Lucia haar toevlucht tot Amsterdam, als Galathée de Pompignac. Hier wordt ze prostituee en ontmoet ze onverwachts haar grote liefde weer. Lucia is verbitterd door de kwellingen van het leven, vernederd door het prostitutiewerk en filosofeert regelmatig over haar leven, verleden en toekomst. Haar hart behoort ergens nog steeds toe aan Giacomo, maar dat heeft ze altijd verdrongen.

 

Giacomo Casanova

 

Een Italiaanse jongen van goede komaf die op zijn zeventiende verliefd wordt op de mooie, onschuldige veertienjarige Lucia. Er bloeit een vriendschap op die gevuld is met gesprekken en stoeipartijen, maar de twee worden verliefd op elkaar. Giacomo belooft Lucia trouw, maar gaat eerst voor een jaar weg om een carrière op te bouwen. Als hij terugkeert ontdekt hij dat Lucia ervandoor is gegaan met een dienstbode – dit is niet waar, maar dat heeft hij nooit geweten. Jaren later trekt hij naar Amsterdam met de identiteit van de Franse chevalier Seingalt en ontmoet hij de mysterieuze, interessante Galathée de Pompignac die haar identiteit niet wil prijsgeven maar zijn aanpak op liefdesgebied behoorlijk betwist. Giacomo is, ondanks het mooie leven dat hij opbouwde, altijd gekwetst en gekweld geweest door het verlies van zijn grote liefde. Hij is ervan overtuigd dat hij geen van zijn vele minnaressen ooit heeft gekwetst en discussieert graag over de zonden en profijten van de liefde.

 

Janisson

 

Een Amerikaanse handelaar die één van Lucia’s vaste klanten wordt en op de donderdagen beslag legt op haar gezelschap en haar lichaam. Hij wordt echter verliefd op haar en neemt haar uiteindelijk mee naar New York, waar ze trouwen en drie kinderen krijgen.

 

Monsieur de Pompignac

 

Lucia’s perfectionistische, ietwat chagrijnige en sikkeneurige privéleraar die haar lesgeeft in literatuur, filosofie en Latijn wanneer zij verloofd is met Giacomo en een dame van stand moet zien te worden. Het kost relatief veel tijd en moeite, maar Lucia slaagt erin een intelligente en verfijnde jongedame te worden. Ze raakt erg gehecht aan haar leermeester en verpleegt hem wanneer hij getroffen wordt door de pokkenziekte – hierdoor krijgt zij het echter ook. Als ze op de vlucht gaat, verandert ze haar naam in Galathée de Pompignac, als eerbetoon aan haar mentor.

 

Zélide

 

Een vrouw uit het filosofisch gezelschap waar Lucia in Bologna dienstmeisje voor was. Zélide is gepassioneerd door filosofie, technologie, moderne wetenschappen en archeologie. Ze neemt Lucia mee als gezelschapsdame door Zuid-Italië en vervolgens naar Parijs: reizen die gevuld zijn met discussies en waar Lucia een hoop wijsheden en ervaringen uit opdoet. Zélide blijkt lesbisch te zijn en seksuele gevoelens voor Lucia te koesteren, maar overlijdt kort na deze openbaring aan een ernstige ziekte waarna Lucia naar Amsterdam vertrekt.

 

Thematiek

De jonge Casanova en Lucia zijn dolverliefd maar verliezen elkaar uit het oog. Lucia heeft zichzelf uit liefde voor hem compleet weggecijferd en een leugen de wereld in geholpen zodat Casanova haar gemakkelijker kan vergeten. Maar dat gebeurt niet zomaar, ze komen elkaar weer tegen. Door wat er in hun jeugd gebeurde zijn ze beiden getekend voor het leven. Beiden hebben een bepaalde opvatting over de liefde ontwikkelt die zeer waarschijnlijk anders was geweest wanneer Lucia de leugen niet had verzonnen.

Motieven

 

De liefde tussen de jonge Casanova en Lucia heeft grote invloed op de levens die ze leiden als volwassen mensen. Omdat het boek het hele levensverhaal van Lucia beschrijft merk je dat een verleden niet los kan worden gezien van het heden. Ook is het een symbolisch motief omdat het verhaal zich in de 18e eeuw afspeelt maar ook van deze tijd is. De liefde is iets universeels en een onbereikbare liefde eveneens. Er zit een moraal in het verhaal, wat gaat over schaamte. Liefde wordt ook vaak gezien als een sluier of mantel die alle gebreken wegtovert, maar wanneer je je zo schaamt als Lucia en dit niet aanneemt, kan de liefde ook niet bestaan."

Motto

 

Veel wat aanvankelijk alleen in verbeelding bestaat, wordt werkelijkheid. G.C. Dit is een uitspraak van Giacomo Casanova, zeer toepasselijk aangezien het boek over hem gaat.

 

Titelverklaring

 

De titel, Een schitterend gebrek slaat vooral op Lucia in een latere fase van haar leven. Zoals zij het zelf beschrijft is zij erachter gekomen dat ze er meer aan heeft om zelf lief te hebben dan te worden bemind. Dit schitterend gebrek is dan waarschijnlijk het gebrek aan ontvangen liefde, ook omdat ze als prostituee alleen als lustobject fungeert en geen oprechte liefde van haar klanten krijgt. Een schitterend gebrek kan ook verwijzen naar iets wat Fransesco Casanova, Giacomo’s broer, zei in het begin van het boek: dat Lucia’s jonge leeftijd een schitterend gebrek is. Dit begrijp ik echter niet goed, ik kan er namelijk niet uithalen waarom dat zo schitterend is. Ik denk dus eerder dat het slaat op het feit dat Lucia nooit echt is liefgehad.

Structuur & perspectief

 

Het verhaal is opgedeeld in delen aan de hand van de tijdsperioden in Lucia’s leven: beginnend met haar jeugd, daarna haar vroege twintiger jaren en het boek sluit af met haar huidige leven rond de dertig. Het verhaal is geschreven vanuit de ik-verteller van Lucia zelf.

Decor

 

Het verhaal speelt zich voornamelijk af in Amsterdam, niet alleen in Lucia’s eigen appartement maar ook in bijvoorbeeld de schouwburg en verschillende hoerenhuizen. Ook heeft Lucia regelmatig erg levendige flashbacks die haar terug voeren naar het landgoed Pasiamo in Zuid-Italië, naar Bologna en Parijs.

Het jaartal is rond 1758, maar ook verscheidene jaren eerder. Er is geen sprake van chronologische vertelling door de vele zeer levendige flashbacks. De periode die beschreven wordt is vrij vaag, maar begint in elk geval bij Lucia’s vroege jeugd en wordt intensief verteld van haar veertiende tot ongeveer haar dertigste. Het is duidelijk dat het om de achttiende eeuw gaat, vooral door de typische kenmerken als de VOC, de hoerenhuizen en de elitaire levensstijl en de gewoonte om gemaskerd te gaan.

Stijl

 

De stijl van de auteur is behoorlijk langdradig en er wordt veel beschreven: zowel gebeurtenissen en omgeving als persoonlijke conflicten van de personages (ook buiten de hoofdpersoon om) en innerlijke ontwikkelingen en gedachtegangen.

Mening:

ik vind het een raar en saai boek en alles gaat door elkaar.