Auteursrecht

Wat houdt het auteursrecht in voor scholen?

Leermiddelen bevatten bronnen zoals foto’s, tekeningen, citaten, geluidsfragmenten en natuurlijk teksten. In de meeste gevallen gaat het om auteursrechtelijk beschermd materiaal.

Alles wat nieuw of oorspronkelijk is, is door iemand gemaakt of bedacht. Daar rust altijd auteursrecht op. Een school die zomaar gebruikmaakt van andermans werk, loopt het risico van inbreuk op het auteursrecht. Het auteursrecht maakt geen onderscheid tussen online of offline materiaal. De school moet net als bij papieren lesmateriaal nadrukkelijk toestemming krijgen van de rechthebbende voordat niet-kort online of digitaal materiaal in het onderwijs gebruikt mag worden.

Toch hoef je niet voor elk kopietje toestemming te vragen. Citeren mag. Het is toegestaan om een kort fragment of een beeld te citeren, als daarbij de bron wordt vermeld. Het citaat moet duidelijk een functie hebben als ondersteuning van een verhandeling (bijvoorbeeld als verklarend voorbeeld) en mag niet vooral een illustratieve functie hebben omdat het bijvoorbeeld zo’n leuk plaatje is. Artikel 16 van de auteurswet staat verder toe dat onderwijsinstellingen zonder toestemming van de auteursrechthebbenden gedeelten van publicaties overnemen. Daarvoor gelden een aantal regels:

Van wie is het lesmateriaal? Van de school of van de schrijver?

Artikel 7 van de auteurswet bepaalt dat het leermateriaal dat door een docent onder werktijd is gemaakt eigendom is van de school, tenzij anders is afgesproken. Dus omdat de school eigendom is van het leermateriaal, is ook de school aansprakelijk voor het gemaakte materiaal inzake de eigndomsrechten.

Om artikel 7 toe te passen zijn een aantal voorwaarden vereist:

• het maken van leermateriaal moet onder de taakomschrijving van de docent vallen;

• de leermiddelen moeten volledig binnen schooltijd zijn ontwikkeld.


Bronnen:

Auteursrecht digitale leermaterialen

Auteursrecht leermiddelen VO-raad