In de klas van Samir zitten
leerlingen.
Van die leerlingen hebben er
een onvoldoende voor wiskunde.
Dat is deel.
In de klas van George zitten leerlingen.
Van die leerlingen hebben er
een onvoldoende voor wiskunde.
Dat is deel.
Je ziet:
In de klas van George zitten dus in verhouding minder mensen met een onvoldoende.