Breuken vergelijken - Voorbeeld 2

In de klas van Samir zitten leerlingen.
Van die leerlingen hebben er een onvoldoende voor wiskunde.

Dat is deel. ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­


In de klas van George zitten leerlingen.
Van die leerlingen hebben er een onvoldoende voor wiskunde.

Dat is deel. ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­


Je ziet:

In de klas van George zitten dus in verhouding minder mensen met een onvoldoende.