In deze grammaticaopdracht staat het aanwijzend voornaamwoord
centraal.
Aan het eind van deze opdracht:
Eindproduct
Je rondt deze opdracht af met de toets 'Aanwijzend voornaamwoord'.
De toets bestaat uit tien meerkeuzevragen.
Beoordeling
Je hebt een voldoende voor de toets als je 80% van de vragen goed hebt beantwoord.
Activiteiten
Stap | Groepsgrootte | Activiteit |
Stap 1 | Alleen | Bestudeer het Kennisbankitem 'Aanwijzend voornaamwoord' en maak de oefening. |
Stap 2 | Alleen | Bekijk 'Die, deze, dat en dit'. |
Stap 3 | Alleen + samen | Maak zinnen met het aanwijzend voornaamwoord. |
Stap 4 | Alleen | Maak de eindtoets: 'Aanwijzend voornaamwoord'. |
Benodigdheden
Geen extra benodigdheden.
Tijd
Voor deze opdracht heb je één lesuur nodig.