Handel en steden

In de tweede helft van de Middeleeuwen (vanag het jaar 1000) ontstaan er steeds meer steden.

Niet iedereen hoefde meer boer te zijn, er komen andere beroepen. Dat noem je ambachten. Ambachten zijn beroepen waarbij je dingen met je handen maakt: bakker, slager, schoenmaker. Dorpjes werden steeds groter en groeien uit tot steden. Steeds meer mensen trokken naar de stad omdat daar werk en winkels waren. In deze opdracht ga je aan de slag met het ontstaan van de steden en hoe het bestuur van de steden geregeld was.

Aan het eind van deze lessen: