In 768 werd Peppijn de Korte opgevolgd door zijn zoon
Karel de Grote.
Karel was een oorlogszuchtig man. Bijna elk jaar ging hij wel op oorlogspad:
In 774 versloeg hij de Langobarden, een Germaans volk dat in Noord-Italië was gaan wonen.
Toen werd Karel koning van de Franken én de Langobarden.
In het zuiden vocht hij ook tegen de Moren. Dat waren Arabieren die een rijk hadden in wat
nu Spanje en Portugal is.
In het noorden vocht hij tegen de Saksen, een Germaans volk dat woonde in wat nu Noord-Duitsland is. De Saksen geloofden in de Germaanse goden, zoals Wodan en de dondergod Donar.