Mechanisme 2
Het zuurstofatoom van een acetonmolecuul neemt een proton op. Hierdoor ontstaat een positief ion. Dit ion staat nu een prton af, afkomstig van één van de methylgroepen. Er ontstaat een molecuul propeen-2-ol:
Dit propeen-2-ol reageert met een molecuul jood onder vorming van een jodide-ion en een positief deeltje; dit positief deeltje valt uiteen in een molecuul joodpropanon en een proton.
Voor iedere stap in een mechanisme is de reactiesnelheid afhankelijk van de concentraties van elk der bij die stap betrokken reactanten. Eén van de manieren om na te aan welk mechanisme de beste omschrijving geeft voor deze reactie is daarom, te onderzoeken hoe de reactiesnelheid afhangt van de concentraties der reactanten.
Daartoe worden de volgende experimenten uitgevoerd. Men voegt aceton, joodwater en zoutzuur in verschillende hoeveelheden bij elkaar. Bij elk experiment titreert men na 15 minuten het overgebleven jood met een 0,0020 M oplossing van natriumthiosulfaat, Na2S2O3 . Zie tabel 1.
Nummer experiment | Aantal mL 2 M aceton |
Aantal mL 2 M zoutzuur |
Aantal mL 0,0010 M joodwater | Aantal mL water | Aantal mL 0,0020 M thiosulfaatopl. |
1 | 2,0 | 2,0 | 2,0 | 4,0 | 16,0 |
2 | 2,0 | 2,0 | 4,0 | 2,0 | 36,0 |
3 | 2,0 | 2,0 | 1,0 | 5,0 | 6,0 |
Vervolgens wordt de concentratie van zoutzuur gevarieerd. Ziet tabel 2.
Nummer experiment | Aantal mL 2 M aceton |
Aantal mL 2 M zoutzuur |
Aantal mL 0,0010 M joodwater | Aantal mL water | Aantal mL 0,0020 M thiosulfaatopl. |
1 | 2,0 | 2,0 | 2,0 | 4,0 | 16,0 |
4 | 2,0 | 4,0 | 2,0 | 2,0 | 12,0 |
5 | 2,0 | 6,0 | 2,0 | 0,0 | 6,0 |